Dinsdagboek / Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Dinsdagboek: september 2002

Dinsdag 24 september 2002

De Eerste Kamer is weer van start gegaan. Nu is dat altijd een langzame start, geheel in lijn met het image van de senaat. De eerste vergaderdag na het zomerreces was al twee weken geleden, maar die eerste dag is een rustige. Verleden week was het Prinsjesdag. Daar pas ik voor. Samen met mijn GroenLinkse collega's Ineke van Gent, Sam Pormes en Kees Vendrik heb ik me afgemeld met een korte, maar duidelijke brief.

‘Wij zijn voorstanders van een gekozen staatshoofd. De manier waarop de opening van het parlementaire jaar vorm wordt gegeven is met deze opvatting niet goed te combineren: oranjegekleurd, veel ceremonieel en weinig politiek.’

Vandaag is het overigens ook een vrij rustige bedoeling. Na een kabinetswisseling is het de eerste tijd in de Eerste Kamer nog kalmer dan gebruikelijk. Het nieuwe kabinet broedt op nieuwe wetgeving, die uiteraard eerst in de Tweede Kamer wordt behandeld; het duurt enkele maanden voordat de Eerste aan zet is.

Bijzonder is dat een regeringspartij, de LPF, niet in de Eerste Kamer zit. Dat kan tot levendige debatten leiden, omdat zelfs in de senaat de neiging aanwezig is bij regeringsfracties om ministers van andere partijen kritischer te benaderen dan de eigen partijgenoten. De vier LPF-ministers staan er dus alleen voor, al moet het hen tot troost bieden dat de Eerste Kamer zelden hard voor de regering is. Ook zonder de LPF heeft de coalitie een meerdereid in de Eerste Kamer: CDA en VVD beschikken over 39 van de 75 zetels. Ik ben benieuwd of na 8 jaar polderen de gewijzigde politieke veranderingen ook zullen leiden tot een hardere tegenstelling tussen de rechtse coalitie en de (linkse) oppositie.

De Eerste Kamer behandelt vandaag een wijziging van de Wet op de Jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling. Kindermishandeling in de gezinssituatie komt in Nederland veel vaker voor dan men zou verwachten. Geschat wordt dat er jaarlijks 50.000 tot 80.000 kinderen worden mishandeld. De advies-en meldpunten voldoen aan een grote behoefte, zo zeer zelfs dat er wachtlijsten zijn. Bob van Schijndel voerde voor onze fractie het woord en stelde o.a. de intrigerende kwestie aan de orde of elke klap die een kind wordt gegeven (de spreekwoordelijke draai om de oren) te beschouwen is aan kindermishandeling. Wij vinden van wel, al blijkt dat menig fractielid als ouder wel eens een tik heeft uitgedeeld. In de wet is er echter pas sprake van kindermishandeling als er ernstige schade wordt berokkend in de vorm van fysiek of psychisch letsel. In Scandinavië en Duitsland is het slaan van kinderen verboden. Daarmee is in die landen door de overheid een duidelijke norm gesteld: een kind sla je niet. Dat moet deze regering toch als muziek in de oren klinken! In het debat zegde de regering toe onderzoek te doen naar de effecten van de wetgeving in die landen en daar dan mee naar de kamer terug te komen.

Als vader van een (9-jarige) dochter weet ik hoe machteloos en beroerd je je kunt voelen als je je kind wel eens een tik geeft. Toen ik haar een paar dagen geleden naar bed bracht, vroeg ik of ze dacht dat ik haar wel eens een tik had gegeven. 'Natuurlijk niet papa', antwoordde ze trouwhartig.