|
|
Amsterdam als emancipatiemachine(uit: Nieuws uit Amsterdam) Dirk Kloosterboer 10 januari 2006 – Amsterdam moet niet zo zeuren over migranten en moet zich niet zo blindstaren op het mengen van bevolkingsgroepen. Zorg liever dat mensen de kans krijgen om hun positie te verbeteren, zo schrijven Leo Platvoet en Maarten van Poelgeest in hun boek ‘Amsterdam als emancipatiemachine’. Net als veel andere steden, maakt Amsterdam zich zorgen over het vertrek van de middenklasse. Die vrees is nogal overdreven, zo laten Platvoet en Van Poelgeest zien. De afgelopen vijftien jaar is het aandeel middeninkomens in de stad nauwelijks veranderd, het ligt vrij constant rond de veertig procent. Natuurlijk is de groep zelf niet constant gebleven. Er zijn mensen met middeninkomens weggegaan, en er zijn weer nieuwe bijgekomen. Dat is volgens de auteurs ook precies de taak van de stad: zorgen dat telkens nieuwe groepen de kans krijgen om zich op te werken naar een betere positie. De stad moet worden gezien als een “emancipatiemachine die gelukszoekers en kansrijken opneemt en gearriveerden aflevert”. Krampachtig proberen om de middenklasse voor de stad te behouden, zal deze dynamiek alleen maar verstoren. Het zou neerkomen op zand strooien in de emancipatiemachine. HYPOCHONDRISCH Platvoet en Van Poelgeest plaatsen vraagtekens bij deze benadering. Hoewel ze niet uitsluiten dat het in sommige situaties zinvol kan zijn om de bevolking te mengen, zal dit vaak neerkomen op het verplaatsen van problemen. Beter is het om ze op te lossen. Dit vereist investeringen in publieke voorzieningen, ‘zodat de achterstandswijk een emancipatiewijk wordt’. Daarbij past een open houding ten aanzien van migranten. “De uitstraling van Amsterdam als libertaire en multiculturele stad lijdt onder hypochondrisch gesomber over migranten die niet willen deugen”. De auteurs vinden dat je juist moet accepteren dat mensen naar de stad trekken om hun geluk te beproeven. “Niet uit gelatenheid omdat het een ‘fact of life’ is, maar omdat het de levenselixer is voor een stad die het goed wil blijven doen”. Het idee van de emancipatiemachine is van een aanstekelijk optimisme, maar het is niet vrijblijvend. Er worden wel keuzes gemaakt. “Sociale mobiliteit is vele malen belangrijker dan het bedienen van de wensen van de gearriveerden”, zo schrijven de auteurs, die geïnspireerd lijken te zijn door de beroemde stadsdeskundige Jane Jacobs. VERKIEZINGEN Dit contrasteert met de situatie in sommige andere landen, waar men de hoop juist heeft gevestigd op coalities van vakbonden, migrantenorganisaties en andere maatschappelijke organisaties, die op lokaal niveau sociale vernieuwingen weten af te dwingen. Desgevraagd erkent Leo Platvoet dat het boek zich vooral richt op de stedelijke dynamiek vanuit de invalshoek van stedebouw, ruimtelijke ordening en integratiebeleid. “Maar uiteraard horen daarbij ook handelende mensen, als individu of als groep. Dat leert de geschiedenis ook, kijk bijvoorbeeld naar de rol van de arbeidersbeweging of de tweede feministische golf”. In de aanloop naar de verkiezingen publiceren allerlei politici boekjes om wat extra publiciteit te genereren voor hun partij. Ook het boek van Platvoet en Van Poelgeest – twee prominente leden van GroenLinks – zal tijdens de komende campagne worden gebruikt. Toch heeft ‘Amsterdam als emancipatiemachine’ meer te bieden dan het gemiddelde campagneboek. Dat onderkende ook burgemeester Job Cohen, die zijn nieuwjaarstoespraak voor een belangrijk deel aan dit boek ophing. |