|
|
GroenLinks liet zien hoe je de verschillen overbrugde
(Geplaatst in
Opinie& Debat in de Volkskrant van 27 november 2011) Ter gelegenheid van het verschijnen van een boek over het 20-jarig bestaan van GroenLinks heeft Femke Halsema een toekomstagenda voor progressieve politiek geschetst. Het zijn ‘ruwe contouren’, zoals ze zelf zegt, en dat lijkt me een goede typering. Internationale ‘lotsverbondenheid’ – vroeger heette dat solidariteit maar dat woord is blijkbaar te ouderwets ‘links’ – staat terecht hoog op die agenda. Ze pleit voor een rechtvaardige, internationale economische- en klimaatpolitiek. Dat is inderdaad noodzakelijk, maar het begin van een ‘ruwe’ analyse welke krachten dit streven dwarsbomen en hoe deze aan te pakken, ontbreekt helaas. Voor de binnenlandse sociaal-economische politiek moet die progressieve agenda volgens Halsema vooral de verzorgingsstaat verder uithollen. Een kortere WW en een nog verdere versoepeling van het ontslagrecht zullen er voor zorgen dat mensen weer snel aan het werk gaan. Waarom dat zo zou zijn is onduidelijk. Werkgevers moeten verleid worden om mensen in dienst te nemen, in plaats van ‘peperdure ontslagvergoedingen’ te geven. Geldt dat ook voor TNT? Ik neem aan dat de postbodes die met ontslag worden bedreigd niet op zo’n riante vergoeding mogen rekenen. In de visie van Halsema moet er gekozen worden tussen de werknemers met een lang arbeidsverleden en een goede sociale bescherming enerzijds en jongeren met een lage opleiding en flexwerkers anderzijds. Geen lotsverbondenheid dus tussen werknemers, maar het creëren van een –valse- tegenstelling, waarbij vooral de werkgevers de lachende derden zullen zijn. Ook veel kiezers van GroenLinks zullen zich niet in haar analyse herkennen. Tussen SP en GroenLinks is een veel groter heen-en-weer verkeer van kiezers dan tussen GroenLinks en D66. En dat is niet verwonderlijk, want ook een programmavergelijking laat zien dat GroenLinks en SP dichter bij elkaar staan dan GroenLinks en D66. De PvdA moet helemaal niet kiezen tussen SP en D66. Zo werkt dat niet. Het doet me denken aan de opstelling van de PPR, 20 jaar geleden, bij de totstandkoming van GroenLinks. De PPR wilde de CPN dwingen –aan het begin van de onderhandelingen – haar voorwaarden te accepteren. Terecht deed de CPN dat niet, waarop de PPR zich terugtrok. Een verstandige groep PPR’ers onderhandelde wel verder, omdat ze begrepen dat een duurzame samenwerking alleen op voet van gelijkwaardigheid kan worden bereikt, waarbij concessies tijdens het onderhandelen worden gedaan –en niet aan het begin. Als Halsema de geschiedenis van haar partij kent, kan ze daar nu –alsnog- haar voordeel mee doen. Halsema roept de PvdA op het kunstje van Keerpunt ’72 nog eens te herhalen. Daar ben ik erg voor. In dat programma zetten de linkse partijen zich af ‘tegen een maatschappijvorm waarin enkelingen beslissen over de toekomst van velen’. Keerpunt ’72 neemt stelling tegen de ‘allesoverheersende materiële arbeids- en bezitsmoraal’ en pleit voor het terugdringen van ‘de fundamentele ongelijkheid in inkomen en bezit’. Ik weet zeker dat de SP zich daar graag bij zal aansluiten. Van D66 weet ik dat minder zeker. Leo Platvoet Partijvoorzitter in de fusieperiode van GroenLinks, oud-Eerste Kamerlid. |