Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Financiële Beschouwingen Miljoenennota 2002

plenair maandag 10 december 2001

De Miljoennenota 2002 is een lofzang op het beleid van Paars.

De verdiensten worden breed uitgemeten

* economische groei

* financieringstekort omgebogen in een overschot

* lastenverlichting voor huishoudens en bedrijven

* staatsschuld verminderd

* werkloosheid verminderd, werkgelegenheid vergroot

* uitgaven voor zorg, onderwijs, veiligheid, milieu en infrastructuur omhoog

Op wel vijf plekken worden deze resultaten breed uitgemeten en met een keur aan cijfers onderbouwd, blijkbaar om zo de vele ongelovigen alsnog te bekeren. Bij oppervlakkige lezing raak je overdonderd, wat blijkbaar de bedoeling is. Maar hoe verhouden de enthousiaste verhalen over kortere wachtlijsten, meer blauw op straat, sterke toename koopkracht voor alle inkomensgroepen en het succesvolle milieubeleid met tegenovergestelde berichten uit de samenleving en gegevens uit andere (overheids)rapporten?

Allereerst de gepresenteerde cijfers. Er worden reële groeicijfers gepresenteerd over de periode 1994-2002 voor zorg (cumulatieve toename 30%), onderwijs (25%), veiligheid (60%), natuur en milieu (40%). Maar in dezelfde periode is de welvaart, gedefinieerd als het BBP, met 48,2% gestegen.

Maar cijfers zeggen nog niets over kwaliteit.

Kok verwierp bij de algemene beschouwingen in de EK de kritiek dat Paars weliswaar de cijfers op orde had, en budgettair gezien een succesnummer is, maar dat de kwaliteit van de samenleving was verslechterd. De miljoenennota probeert dat ook steevast met cijfers aan te tonen. Maar achter die cijfers gaat een wereld van interpretaties schuil. Bovendien zeggen cijfers lang niet alles over de feitelijke beleidsinzet om geconstateerde gebreken te verhelpen.

Het afzetten van de optimistische geluiden uit de miljoenennota tegen de gegevens uit het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau >De sociale staat van Nederland 2001' is veelzeggend.

 

Zorg:

bullet

Wachtlijsten in ziekenhuizen; personeelstekorten

bullet

De stijging van de levensverwachting blijft achter bij andere Europese landen, Nederland bevindt zich in middenpositie

bullet

Nederland heeft een van de laagste artsendichtheden van Europa

Onderwijs:

bullet

De groei in de onderwijsdeelname is er uit; van koploper in Europa zakt Nederland naar de middenmoot

bullet

Leerlingen met langer opgeleide houden een hardnekkige onderwijsachterstand, leidt o.a. tot toename van leerlingen in het speciale onderwijs.

bullet

Meer dan 80% van kinderen met lager opgeleide ouders is in vbo of mavo te vinden

Veiligheid

bullet

De criminaliteitsstatistieken houden een stijgende tendens.

bullet

Het percentage opgehelderde misdrijven heeft een dalende tendens.

Over het gebruik van de cijfers in de miljoenennota zijn al de nodige kritische beschouwingen geschreven. De Kam in Economisch Statistische Berichten: >Herhaaldelijk kiest het kabinet voor een onvolledige voorstelling van zaken die riekt nar de Z van zwendel=. Bomhoff in hetzelfde blad: >Het is verdrietig dat het kabinet keer op keer zorgvuldigheid opoffert aan propaganda.=

De zalmnorm

Het kan niet worden ontkend: de begrotingssystematiek van Paars I en II (zalmnorm) heeft er toe bijgedragen dat de overheidsfinanciën op orde kwamen. Maar tijdens de hoogconjunctuur werden ook de nadelen van dit paarse begrotingskeurslijf manifest. Het behoedzame groeiscenario organiseerde zijn eigen meevallers die niet gebruikt mochten worden voor broodnodige uitgaven (zorg, onderwijs, milieu, veiligheid) naar conform de afspraken benut werden voor reductie van het begrotingstekort en lastenverlichting. Publieke armoe en private rijkdom is hiervan de kernachtige typering. De consumptie raakte op drift, er was een run op de aandelenmarkt, huizenprijzen schoten omhoog en de hypotheeklast steeg dientengevolge tot astronomische hoogte. Zelfverrijking, opties, belachelijke salarissen voor de toppen van het bedrijfsleven: de calvinistische cultuur (doe maar gewoon) maakte plaats voor: het kan niet gek genoeg.

De kritiek op de zalmnorm, aanvankelijk alleen door GroenLinks kernachtig geuit, kreeg steeds mee bijval. Manhaftig hield Zalm stand. Tot deze miljoenennota. De aanloop is lang. Via een historische beschouwing over de verschillende begrotingsnormen, die begint in de 18de eeuw (>de beste begroting is de kleinste begroting=) en eindigt bij de zalmnorm. Terecht wordt gesteld dat er een norm nodig is, maar dat de exacte vormgeving kan verschillen. Want economische en maatschappelijke omstandigheden kunnen verschillen. En dus is de Zalmnorm geen zaligmakend dogma, al zou de VVD dat graag willen. In de miljoennenota wordt dan ook in zeer voorzichtige woorden gesproken over aanpassingen van de normen, het invoeren van een norm voor het begrotingsoverschot, waarboven >nadere afweging mogelijk is= en >nauwer aan te sluiten bij de werkelijk verwachte trendmatige groei=. En daarmee komt de regering akelig dicht in de buurt van het uitgangspunt dat GroenLinks ook steevast heeft gehanteerd in zijn >tegenbegrotingen= en het nieuwe verkiezingsprogram.

Ook de PvdA ontwaakte langzaam uit de zalmslaap. In het verkiezingsprogram wordt gemorreld aan de zalmnorm. Rik van der Ploeg schreef in Socialisme en Democratie van september jl. een uitdagende beschouwing over de Zalmnorm. Niet zo zeer zijn constatering dat de Zalmnorm een >stiekeme= uitvoering van een neo-liberale agenda is met lagere overheidsuitgaven, lagere belastingvoeten en lagere staatsschuld. Dat wordt al enkele jaren voluit door GroenLinks beweerd. Maar uitdagend is de redenering dat de Zalmnorm leidt tot welvaartsverliezen, omdat de strikte scheiding tussen inkomsten en uitgaven leidt tot >excessieve verlagingen van belastingvoeten= terwijl verhoging van de primaire overheidsuitgaven in de economische reden ligt om zo optimale condities te bereiken.

Ziet Zalm dit nou ook gezien het geringere enthousiasme dat in deze begroting wordt opgebracht voor lastenverlichting? En het voorzichtig voorspellen van de eindigheid van de zalmnorm, wellicht om zo te voorkomen dat de nieuwe minister van financiën met een grote naamlast zit opgescheept. Zalm begon 8 jaar geleden met een stijgende groei en een lage inflatie en eindigt met een dalende groei en hoge inflatie. Op budgettair gebied is veel bereikt. Maar de maatschappelijke problemen zijn nauwelijks verminderd. Met een teruglopende conjunctuur, stijgende inflatie en een nieuwe munt is de erfenis problematisch te noemen.

Economische groei

De economische groei krimpt. Het CPB laat waarschuwende geluiden horen. Controleert het CPB de politiek? Aardig de constateren dat waar vroeger linkse partijen huiverig stonden tegenover doorberekening van programma=s door het CPB nu de VVD en CDA de kont tegen de krib gooit en weigert onderdelen uit haar verkiezingsprogramma aan CPB voor te leggen (zorg: VVD, CDA; onderwijs: PvdA, CDA, VVD) onder het motto >het CPB dicteert niet de politiek=. Is Zalm het eens met de sombere waarschuwingen van het CPB m.b.t. de krimpende groei, die ook zakt onder de aannames in de begroting 2002? Zo ja, wat zijn dan de gevolgen voor de begroting? Terug naar een tekort? Of wordt de verantwoordelijkheid vooral neergelegd op de schouders van de werknemers die hun looneisen moeten inslikken na jaren van matiging?

De gevolgen van 11 september

Tot nu toe heeft de minister daar vrij luchthartig over de gevolgen van 11 september gedaan. De teruggang had in de VS al ingezet voor 11 september. En ontwikkelingen op langere termijn beschouwd lijken hem daarin gelijk te geven. Hij zingt ook in het Europese koor o.l.v. dirigent Duisenberg die stellig beweert (VN 24-11-2001) dat Europa niet in een recessie zal geraken omdat Europa erin is geslaagd de stabiliteit te handhaven en de inflatie in de hand te houden. Geldt dat ook voor Nederland, waar juist de inflatie bovengemiddeld is? Is inflatie niet het logische gevolg van de Zalmnorm (hoge consumptie, verrijking, winsten, terechte looneisen).

In de Economierapportage van het CPB van verleden week (6 december) wordt de dip van 11 september nog even aangedikt (1% groei 2001, 1,25% 2002), maar tegelijkertijd wordt beklemtoond dat de internationale hoogconjunctuur, weliswaar wat later dan voorzien, in de loop van 2002 weer zal aantrekken. Ziet de minister deze notitie als een bevestiging van zijn aanvankelijke luchthartigheid?

Andere gevolgen van 1 september: bestrijding, ontmanteling terroristische financiële netwerken. Daar werkt ook Nederland aan mee. Eerste resultaat is onlangs geboekt. Maar ook hier de vraag: wat zijn terroristen? En wat zijn terroristische banktegoeden? In het nabije verleden zijn vele geldinzamelingsacties voor bevrijdingsbewegingen als bijv. het ANC, FLMN enz. gehouden. Zouden dat nu met terugwerkende kracht terroristische, financiële transacties zijn? Toch te gek voor woorden! Hoe ziet die lijst er uit? Is de PKK nu een terroristische organisatie? En hoe verhoudt zich deze inzet tot die om andere vormen van financiële criminaliteit te bestrijden (fraude, omkoping, drugsgelden).

Verkenningen toekomstig beleid: belastingen en premies

Het kabinet heeft als een soort paarse nalatenschap verkenningen laten uitvoeren op verschillende deelterreinen, waaronder dat van de belastingpolitiek. In dit rapport worden verschillende trends beschreven die beleiduitdagingen met zich meebrengen. Enkele opmerkingen hierover.

De relatie tussen arbeidsparticipatie en armoedeval is zo=n thema. De regering hamert erg op die armoedeval die er toe zou leidend dat laaggeschoolden geen werk willen accepteren omdat het netto-besteedbaar inkomen nauwelijks toeneemt, vanwege het wegvallen van allerlei inkomens-gebonden subsidies. Merkwaard is dat deze analyse leidt in de richting van het morrelen aan deze inkomen-gebonden subsidies (huursubsidie, lokaal kwijtscheldingsbeleid), die van grote waarde blijven voor mensen met een uitkering die om welke reden dan ook geen kans op werk hebben. De armoedeval zou niet of minder optreden als het minimuminkomen wordt opgetrokken en/of door toepassing van een inkomensafhankelijke heffingskorting. Armoede blijft een hardnekkig verschijnsel, zoals ook uit de onlangs verschenen armoedemonitor 2001 weer blijkt. De cijfers mogen dan wel zijn verbeterd (in 1996 had 15,6% van de huishoudens een laag inkomen (lage inkomensgrens is 768 per maand voor alleenstanden) in 1999 was dit 13,2%); we spreken nog steeds over een omvang van 850.000 huishoudens, waarin 507.000 kinderen jonger dan 18 jaar (15%) leven. Voor eenderde van deze kinderen geldt dat zij al minstens vier jaar in zo=n situatie leven. Het activeringsbeleid blijkt slechts in beperkte mate te werken, wat vooral voor eenoudergezinnen verklaarbaar is. De armoedeval werkt niet belemmerend voor deze omvangrijke groep. Deze groep (eenoudergezinnen die langdurig op een minimum zitten) is vooral gebaat bij een hogere uitkering via een aparte regeling in de ABW. En als zij een reële keus voor werk moeten kunnen maken, valt er met name in de sfeer van de kinderopvang veel te verbeteren.

Dat neemt niet weg dat bestrijding van de armoedeval zinvol blijft; De vier varianten die het kabinet in de verkenning presenteert heeft één variant (nr. 2) die hier specifiek op is gericht en wat ons betreft verder uitgewerkt kan worden.

Een andere trend is de vergrijzing en de sterk verbeterende inkomenspositie van AOW-gerechtigden. De komende 20 jaar zal het aantal AOW-gerechtigden huishoudens met een aanvullend pensioen stijgen van 83 tot 92%. Dat pensioen zal -per huishouden- bovendien sterk in omvang toenemen door de langere pensioenopbouw en de stijging van het aantal tweeverdieners (worden tweepensioeners). Ook de vermogenspositie van ouderen zal blijven toenemen. Zijn daar overigens cijfers over beschikbaar? De discussie lijkt onomkoombaar: afschaffing van de AOW-vrijstelling van ouderen en een fiscalisering van premies en volksverzekeringen.

Wat ik mis in de verkenning is een taxatie van de eindigheid in de rek van directe belastingen. In de verschillende varianten worden BTW en REB verhoogd: directe belastingen die in principe inkomensonafhankelijk zijn en, zeker als het om directe levensbehoeften gaan zwaarder op een laag dan een hoog inkomen drukken. Zeker als dit tegelijkertijd gepaard gaat met voortdurende lastenverlichting betekent dit de facto de belastingopbrengst steeds minder inkomensafhankelijk is. Is de grens van een progressieve belastingpolitiek niet al gepasseerd? Hoe verhoud zich dit beleid met de kritiek die ook in de verkenning op het CDA-idee van de vlaktaks wordt geuit, nl. dat de vlaktaks strijdig is met het draagkrachtbeginsel?

Lokale heffingen

De gemeentelijke heffingen lijken ook weer meer in de landelijke politieke belangstelling te komen. Zo pleit de VVD in haar verkiezingsprogramma voor afschaffing van de OZB. En de armoedeval wordt o.a. bewerkstelligd door het wegvallen van kwijtschelding van lokale heffingen. Ook de 100 gulden-maatregel (tot voor kort bekend als zalmsnip, maar in de jongste brief van de staatssecretaris over lokale heffingen komt deze term niet meer voor) staat op de tocht; in de verkenning wordt de afschaffing van de Zalmsnip (f 680 miljoen) gebruikt in drie van de vier varianten. Met de afschaffing van de Zalmsnip hebben wij geen moeite als het geld gerichter wordt ingezet om mensen met een uitkering (eenoudergezinnen) extra mogelijkheden te bieden.

Met de VNG is GroenLinks van mening dat het lokale belastinggebied in tact moet blijven. Gemeenten moeten de vrijheid hebben om een deel van de inkomsten naar eigen inzicht te verwerven. Dat maakt heldere afwegingen mogelijk (meer voorzieningen, hogere belasting) en vergroot ook de democratische legitimatie (kiezen omdat er iets te kiezen valt). Geen afschaffing van de OZB dus. Decentralisatie, gepaard gaande met een liberalisering van de wetgeving, ziet GroenLinks wel zitten (een pleidooi dat eerder van de VVD was te verwachten): het schrappen van de limieten waarbinnen de tarieven zich moeten bewegen, evenals de voorgeschreven wettelijke verhouding tussen gebruikers en eigenaren. Laat gemeenten zelf beslissen of, hoeveel en bij wie ze OZB willen heffen. Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn om niet de waarde van het onroerend goed, maar de bestemmingswaarde van de grond als heffingsgrondslag te nemen. Gemeenten zouden zo een extra sturingsinstrument krijgen om schaarse grond beter te laten benutten. Hoe snel komt de toekomst van de OZB op de agenda?

Omslag naar VBTB

Het kabinet maakt met deze begroting de omslag van het kasstelsel naar de het stelsel van baten en lasten. Voorts is het de eerste VBTB-begroting (Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording), waarin een koppeling wordt gelegd tussen beleidsdoelstellingen, instrumenten, prestaties en middelen. Opvallend is echter dat voor de hoofddoelstellingen (zorg, onderwijs, veiligheid, milieu) in de miljoenennota deze systematiek nog niet herkenbaar is en het bij bezweringsformules blijft. Vergelijking met de betreffende beleidsbegroting (b.v. BZK m.b.t. veiligheid) leert dat doelstellingen uit de miljoenennota (>grotere nadruk op preventief beleid=, >pakkans vergroten=) niet in de begroting van Binnenlandse Zaken met prestatie-indicatoren, basis- en streefwaarden operationeel en controleerbaar worden gemaakt. Zou het geen goede zaak zijn om

a) consistent te zijn tussen miljoenennota en de afzonderlijke beleidsbegrotingen?

b) ook in de miljoenennota op de hoofdpunten van beleid de VBTB-aanpak door te voeren en te visualiseren?

Tenslotte

Is dit de laatste miljoenennota van minister Zalm? Het hoeft geen betoog dat GroenLinks geen fan is van Paars 2 en dat er tussen VVD en GroenLinks in het politieke spectrum een groot gat gaapt. En dat gat is groter dan de ruimtes in de financiële vertalingen van de beide verkiezingsprogramma=s. Het begrotingsbeleid was bij de minister in goede handen, al verschillen we van mening over de invulling, het groeiscenario, de lastenverlichting.

Ik heb bij deze minister nooit het het gevoel gehad dat een citaat van Voltaire op hem van toepassing is, namelijk dat de begroting een methode is 'om zich zorgen te maken nog vóór het geld wordt uitgegeven, in plaats van daarna'. Ik wens de minister na de verkiezingen dan ook veel zorgeloosheid toe, als het even kan niet in een volgend kabinet.