Manifest Een Ander Nederland

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Manifest Een Ander Nederland

Samen Links, voor de Verandering

Het is herfst 2006. Het kabinet Balkenende zit nog steeds in het zadel. Onveranderlijk scoren de coalitiepartijen CDA, VVD en D66 laag in de polls, maar met de koppigheid die hem eigen is, maakt CDA-lijsttrekker Balkenende zijn kabinet tot inzet van de verkiezingen van 2007. De linkse partijen PvdA, GroenLinks en SP kunnen daar, evenals in 2002, weinig gezamenlijks tegenover stellen. Af en toe wordt er wat vrijblijvend over linkse samenwerking gesproken, maar tegelijkertijd is de achterdocht en concurrentie zo groot dat de kiezers daar niet echt in gaan geloven.

Is dit sombere toekomstscenario onvermijdelijk? Natuurlijk niet! Het laatste jaar wordt er in toenemende mate samengewerkt op verschillende niveau’s tussen PvdA, SP en GroenLinks. In de Tweede Kamer stemmen zij in bijna 100% van de gevallen voor elkaars moties. Maar ook in een breder verband zijn er –sociale- coalities. Samen met de vakbeweging is er actiegevoerd tegen de plannen van het kabinet die de solidariteit tussen mensen aantasten. In het platform ‘Keer het tij’ werken zij met tientallen maatschappelijke organisaties samen voor een sociale agenda. En in een andere beweging ‘tegen de Nieuwe Oorlog’ verzetten zij zich, samen met kerkelijke organisaties als Kerk en Vrede, tegen de steun van het kabinet aan de oorlog in Irak. In Nijmegen vormen zij het college van B&W, en dat gaat wonderwel goed.

Dat zijn allemaal tekenen die er op wijzen dat links Nederland er aan toe is om op een vruchtbare manier met elkaar samen te werken. Links kan daarbij leren van CDA en VVD. Het is geen schande om dat te erkennen. Want deze partijen, hoe verschillend zij ook denken te zijn, gingen met een voorkeur voor elkaar de verkiezingen van 2003 in en voelen zich, met het gemarginaliseerde D66, senang bij het huidige, rechtse kabinetsbeleid. In andere landen in West-Europa (Duitsland, Frankrijk, Italië, de Scandinavische landen) is het gebruikelijk dat linkse –en rechtse-  partijen elkaar voor de verkiezingen de kiezers een reële keuze te geven en na de verkiezingen een regering te vormen als de uitslag dat mogelijk maakt. Er valt werkelijk geen redelijk argument te bedenken waarom PvdA, GroenLinks en SP niet zouden kunnen doen wat rechts in Nederland en partijen van beiderlei kunnen elders in Europa als de gewoonste zaak van de wereld beschouwen.

Kabinet Balkenende heeft geen vertrouwen

De polls laten een vaste trend zien: PvdA, SP en GroenLinks hebben beduidend meer steun onder het electoraat dan de huidige regeringscoalitie van CDA, VVD en D66.  Natuurlijk, het zijn maar peilingen, maar het feit dat links virtueel regelmatig over een electorale meerderheid beschikt, geeft op zijn minst te denken. Het zegt iets over de grote onvrede onder de bevolking over het kabinet-Balkenende. Want het vertrouwen in dit kabinet blijft laag. En dat is heel begrijpelijk. Veel mensen voelen zich in de steek gelaten. Het kabinet holt van incident naar incident. Het heeft een conservatieve agenda voor de toekomst van Nederland. Het is naar binnen gekeerd en spreekt in ondoordringbaar jargon. Het voert internationaal een Bush-koers, terwijl het overgrote deel van de Nederlanders niets van deze christelijke fundamentalist moet hebben. Wie in Irak oorlog voert, moet niet vreemd opkijken als hier op straat de verhoudingen verharden.

Nog meer geeft het te denken dat Nederlanders niet meer in hun eigen toekomstbeeld geloven, zoals het Sociaal Cultureel Planbureau in haar onlangs gepubliceerde rapport heeft laten zien. Nederlanders spreken daarin massaal  een voorkeur uit voor een betrokken maatschappij met ‘gevoel voor gemeenschapszin’, maar zien tegelijkertijd een snoeiharde ‘prestatiesamenleving’ ontstaan. Werklozen voelen zich daarin gediskwalificeerd en chronisch zieken uitgerangeerd.

Links kan het verschil maken

Tegenover dit kabinetsbeleid kan links het verschil maken. Laat ons duidelijk zijn: wij bepleiten niet één progressieve partij. Of één lijst bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. PvdA, SP en GroenLinks hebben een verschillende geschiedenis en een eigen profiel dat verschillende groepen kiezers aanspreekt. Maar er is voldoende wat bindt om daarmee een aansprekend alternatief te kunnen bieden. Dat kan de komende jaren groeien door onderlinge discussie en gezamenlijke activiteiten. Activiteiten binnen en buiten het parlement. Op landelijk, maar ook op plaatselijk niveau. Waar mogelijk moeten daar ook mensen van buiten de partijen en maatschappelijke organisaties bij betrokken worden. Want de vele maatschappelijke organisaties die dit land rijk is, maken samen met de politiek de samenleving. 

Maar het moet ook allemaal weer niet te vrijblijvend zijn. Doel is wat ons betreft om de kiezers bij de volgende verkiezing een alternatief voor het huidige kabinet voor te leggen. Een beter regeerakkoord en een  kabinet dat bestaat uit mensen die de geest van deze tijd verstaan.

Een breuk met het conservatieve denken

Wat heeft links te bieden?  Veel. Heel veel.

Er is een hele waslijst op te stellen van maatregelen die het kabinet-Balkenende niet genomen heeft en had moeten nemen of van initiatieven die ze wel genomen heeft, maar beter niet had kunnen doen. Van no-claim in de gezondheidszorg tot boren in de Waddenzee,  van huurliberalisatie tot de aanschaf van JSF-straaljagers, van Melkert-banen tot een fatsoenlijk pardon voor witte illegalen. Er is, kortom, meteen werk aan de winkel.

Maar hoe belangrijk deze herstelwerkzaamheden ook zijn, toch is dat niet ons belangrijkste punt. Links staat in onze ogen voor meer. Links staat voor een andere politieke agenda, die een breuk betekent met het conservatieve denken dat onder leiding van dit kabinet steeds nadrukkelijker de toon zet in de maatschappelijke discussies. Daar willen we een alternatief voor bieden, daar willen we een breuk forceren.

We willen een ander Nederland aan het werk zien als het gaat om de grote internationale vragen van vrede en veiligheid. Een Nederland dat zich niet langer laat leiden door eigen belangen en Hollands provincialisme, maar oplossingen stimuleert om de echte oorzaken van armoede en structurele achterstelling aan te pakken. Een  Nederland dat lef toont en zijn kop uitsteekt, in plaats van gedwee achter Bush aan te lopen.

Wij willen een Nederland waar de ratio van het geld niet de maat is van alle dingen en waarin de economie in de eerste plaats bijdraagt aan de duurzaamheid van onze welvaart. Er moet een einde komen aan de vanzelfsprekendheid waarmee bestuurlijke en economische elites hun topposities verzilveren, terwijl de inkomensongelijkheid onrustbarend toeneemt.

Wij willen een Nederland waarin  cruciale levensvoorzieningen op het terrein van wonen, zorgen, leren en welzijn niet in het teken komen te staan van concurrentie en consumentisme, maar in de ban komen van kwaliteit en zekerheid. Om de bureaucratie te slechten heb je niet de tucht van de markt nodig, maar de inzet van mensen, van professionals. Zij moeten de ruimt krijgen om hun stem te verheffen.

Wij willen een Nederland waarin individualisering zonder veel politiek commentaar kan worden opgevat als zelfverrijking en/of zelfbevrediging, maar waarin het gezien wordt als een vorm van zelfontplooiining die verder reikt dan het individuele nut, maar die ook gericht is op nieuwsgierigheid voor de ander, voor de omgeving, voor de samenleving. Dat is – in mentaal opzicht – een ander Nederland dan het land dat wij nu om ons heen zien ontstaan.

Wij willen een Nederland dat zich inspant om een einde te maken aan de cultuur van vernedering waarin groepen Nederlanders nu gegijzeld worden. Dat kan door een andere combinatie van zorgvuldig formuleren en respect tonen. Dat kan door discriminatie weer op de politieke agenda te zetten. Dat kan door met volle kracht te stimuleren dat deze landgenoten in het arbeidsproces kunnen participeren.

Nieuwsgierigheid regeert

Op al die terreinen kan links het verschil maken. Op al die terreinen is een breuk nodig met het huidige conservatieve klimaat. Daarvoor hoeft links zichzelf niet opnieuw uit te vinden, zoals hier en daar nogal eens beweerd wordt. Natuurlijk moet over de vormgeving van bestuurlijke instrumenten altijd worden nagedacht, maar met oerdegelijk linkse principes als ‘de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten’, ‘de solidariteit met onderdrukten en onvermogenden’,  ‘verbeteren (voor iedereen) van de kwaliteit van het bestaan’ en  ‘herverdeling van macht en inkomen’ en ‘de verplichting tot duurzaamheid’ valt nog een wereld te winnen. Juist op die punten laat dit kabinet het dan ook afweten.

Links is voor de verandering. Wij staan voor een ander politiek klimaat. Een klimaat waarin niet de behoudzucht regeert, maar de nieuwsgierigheid.  Niet de keuzevrijheid, maar de solidariteit.  Waar burgers niet op hun afkomst worden bekeken, maar volop mogelijkheden krijgen om  mee te doen. Een klimaat dat niet voortdurend deuren sluit, maar open doet. Een klimaat dat zich niet beroept op een fictieve grootste gemene deler, maar dat zowel grenzen aangeeft als verschillen weet te waarderen. Een klimaat dat hoop geeft in plaats van zorgen baart. Een klimaat waarin iedereen ook echt telt.  

Dat is een ander klimaat dan om we om ons heen zien ontstaan. Want dat is een wereld waarin cynisme en onverschilligheid ruim baan krijgen. Waar mededogen een schaars goed en solidariteit een ouderwets woord is geworden.

Daar verandering in aanbrengen is de natuurlijke maatschappelijke opgave van links. Die opdracht is actueler dan ooit, en het kan, zeker als de handen ineen worden geslagen.