|
|
Kandidaatstellingsbrief
Aan: Kandidatencommissie Eerste Kamer Amsterdam, 12 juli 2006 Beste partijgenoten, Met plezier en veel motivatie stel ik me
kandidaat voor de Eerste Kamer. Hoewel ik al twee periodes achter de rug heb,
ben ik niet uitgekeken op de mogelijkheden die de ‘Chambre de Réflection’
biedt voor een actieve GroenLinks-politiek. Het moge bekend zijn dat de
mogelijkheden van de Eerste Kamer om het wetgevingsproces te beïnvloeden
beperkt zijn –en dat geldt in nog grotere mate voor een oppositiepartij in de
senaat. Dat neemt niet weg dat door een actieve en intelligente manier van
opereren af en toe resultaten kunnen worden geboekt. Soms door toezeggingen los
te peuteren. Soms door iets tegen te houden, uiteindelijk het ultieme
machtsmiddel van de Eerste Kamer. In de periode 2003-2007 is het bekendste
voorbeeld van dit laatste het stranden van de direct gekozen burgemeester, waar
ik als woordvoerder Binnenlandse Zaken het mijne aan heb bijgedragen. Niet
alleen in het debat, maar vooral ook in de maanden ervoor –tot in de laatste
schorsing voor de stemming- door nauw contact te houden met de woordvoerders van
PvdA en SP. Ik meen aan de genoemde kwaliteitseisen te voldoen. Het aardige van het Eerste Kamerlidmaatschap, immers een deeltijdfunctie in de Haagse politiek, is dat je de mogelijkheid hebt om je kwaliteiten en vaardigheden in te zetten op andere terreinen, waardoor een vruchtbare wisselwerking ontstaat. Zo ben ik één (van de drie) initiatiefnemers van Een Ander Nederland, de club kamerleden van PvdA, SP en GroenLinks die de laatste anderhalf jaar vóór en achter de schermen heeft gewerkt om het alternatief van een links kabinet over het voetlicht te krijgen en in zekere zin salonfähig te maken. De genoemde kwaliteiten komen daardoor in een ander spanningsveld te staan en dat is leuk & leerzaam. Om één voorbeeld te noemen: het schrijven van artikelen in uiteenlopende media is voor mij één van de nuttigste vertalingen van je parlementaire inspanningen. De Eerste Kamer genereert immers weinig nieuws, dus je moet je eigen PR verzorgen. De afgelopen periode heb ik o.a. opiniestukken geschreven over de gekozen burgemeester, linkse colleges, solidariteit als ideaal en actieve informatieplicht. Voor Een Ander Nederland heb ik dat -samen met de collega’s van PvdA en SP- gedaan over de noodzaak van een links kabinet (de beginselverklaring van Een Ander Nederland) en hoe verder na het nee tegen de Europese grondwet. Onze beide kamerfracties zijn samen groot genoeg voor één GroenLinks zetel in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. Ik probeer die zetel te gebruiken voor herkenbare activiteiten in het kader van de Raad van Europa, wat meestal betekent: herkenbaar in de landen die nog een zwakke democratie hebben. Zo ben ik co-rapporteur voor Albanië (regelmatige rapportage over de democratische stand van zaken in dit land) en was als leider van de verkiezingswaarnemersdelegatie bij parlementsverkiezingen in Azerbeidzjan voor veel democratische oppositiepartijen in deze half-dictatuur hét gezicht van het democratische Europa. In het verlengde daarvan ligt mijn rapporteurschap over vermiste personen in de Zuidelijke Kaukasus, waar ik begin juni 2006 voor de NRC een Hollands Dagboek heb geschreven over een fact-finding visit in de Zuidelijke Kaukasus Verder schreef ik een rapport over de bescherming van rivierdelta’s in Europa en ben ik onlangs benoemd tot rapporteur over prostitutiebeleid, één van de Nederlandse kroonjuwelen waar in het buitenland zo heel verschillend tegen aan gekeken wordt. Het Eerste Kamerlidschap maakt het ook
mogelijk om binnen GroenLinks extra activiteiten te ontwikkelen. Uiteraard ben
ik op afroep beschikbaar om in fora, afdelingsbijeenkomsten e.d. het
GroenLinks-geluid te laten horen, op te draven als conflictbemiddelaar enz. Eén
van de leukste bezigheden de laatste tijd in dit kader is het –samen met
Maarten van Poelgeest- schrijven
van het boek ‘Amsterdam als emancipatiemachine’, dat de noodzakelijke
dynamiek van de grote stad probeert te verbinden met de emancipatiemogelijkheden
voor nieuwkomers en kansarmen. Onze in dit boek ontwikkelde visie is mede de basis
van het huidige PvdA/GroenLinks programakkoord. Ik beschouw me zelf als een politieke
generalist. Dat betekent dat ik voor de volgende periode op veel terreinen
inzetbaar ben. Deze periode zijn binnenlandse zaken/bestuurlijke vernieuwing en
Europa mijn belangrijkste portefeuilles, maar al naar gelang de
fractiesamenstelling en voorkeuren voel ik me ook prima thuis in de onderwerpen
financiën, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, buitenlandse zaken,
defensie, integratie en economische zaken. Ik stel me bovendien kandidaat voor het lijsttrekkerschap. Na vier jaar als vice-fractievoorzitter gefunctioneerd te hebben, lijkt me dit een boeiende voortzetting van mijn kamerlidmaatschap. Ik ken alle hoeken en gaten van het nogal labyrintische Eerste Kamergebouw –en de mensen die er rondlopen- en sta op goede voet met collega’s van alle gezindten, zonder me overigens nodeloos te conformeren aan het soms verstikkende politiek-correcte klimaat. Zo heb ik in februari 2004 met plezier een interpellatie gehouden over de beroemde brief van Prins Bernhard (toen nog in leven), waarbij de meest monarchistische senatoren mij dit niet in dank afnamen. In de tien jaar dat ik gemeenteraadslid/fractievoorzitter was en als eerste voorzitter van GroenLinks heb ik laten zien zowel bindend als leidend te kunnen zijn. De affaire rond Sam Pormes leert dat zelfs in het meestal wat verscholen bestaan van de Eerste Kamerfractie soms gebeurtenissen kunnen voorvallen die zeer schadelijk voor de partij kunnen zijn en derhalve om tijdig en verstandig reageren vragen, wat niet altijd het geval was. Al blijft dit hopelijk een unieke gebeurtenis. Ook het meedenken over de politieke koers van GroenLinks –wat overigens gelukkig veel meer leden van onze partij doen- is voor mij een overweging. Het Strategisch Beraad kan wel iemand gebruiken die goed de roots van GroenLinks kent, non-conformistisch en vrijzinnig is, en GroenLinks vooruit wil helpen als een partij die vasthoudend haar principes vertaalt in de politiek-van-alledag. Als fractievoorzitter zal ik de ingeslagen
weg van de huidige fractie voorzetten voor wat betreft de jaarlijkse conferentie
en de maandelijkse digitale nieuwsbrief en de aarzelend gestarte discussie over
een betere samenwerking tussen de beide kamerfracties nieuw leven in blazen. Uiteraard zie ik er naar uit mijn
kandidatuur in een gesprek met de commissie nader toe te lichten! Met vriendelijke groet,
|