Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Kandidaat voor een nieuwe termijn in de Eerste Kamer

Op zaterdag 3 februari 2007 stelt het congres van GroenLinks de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast. Ik heb mij opnieuw kandidaat gesteld. Zo'n kandidaatstellingsprocedure (mooi Scrabblewoord!) gaat niet van een leien dakje.

Allereerst moet je je natuurlijk kandidaat stellen. Dat gebeurt -mooi ouderwets- middels een brief. Die verzond ik reeds op 12 juli 2006. De reglementen vereisen dat de kandidatuur door minstens vijftien GroenLinksers wordt ondersteund. Ik had er ca. veertig.

Daarna blijft het een tijd rustig. Vervolgens meldt de kandidatencommissie zich en worden er -in mijn geval- twee gesprekken gevoerd: op 29 september en  23 oktober.

Dan komt deze commissie met haar 'aanbeveling'. Deze was verbazingwekkend schokkend: volgens de commissie ontbeer ik een aantal - min of meer persoonlijke- eigenschappen, waardoor ik niet geschikt zou zijn voor een verkiesbare plaats. Ergernis in huize Platvoet. Dan gaat alles in een hogere versnelling, want ik kan in beroep gaan tegen deze 'aanbeveling'. Ik leg de tekst voor aan mijn fractiegenoten (Jos van der Lans, Tof Thissen, Goos Minderman, Diana de Wolff). Niemand herkent mij in de wijze waarop ik word afgeschilderd. Dan ga ik te rade bij mijn vier ex-collega's uit de periode 1999-2003 (Wim de Boer, Ans Zwerver, Bob van Schijndel en Cobi Schoondergang). In tegenstelling tot wat de kandidatencommissies beweert, blijken zij nooit als een referentie te zijn benaderd. Hm. Ook zij vinden de aanbeveling onbegrijpelijk, zoals uit hun reacties blijkt. Zie bijv. die van Wim de Boer.

Dan komt de beroepsprocedure. Heel apart is dat de kandidatencommissie ook nog een 'vertrouwelijke aanbeveling' heeft geschreven, speciaal voor de beroepscommissie. (Ik voel mij niet gerechtigd deze 'vertrouwelijke aanbeveling' te publiceren, hoe graag ik dat ook zou willen; uit mijn beroepschrift blijkt de kwaliteit van dit stuk.) Ik schrijf een zes blz. tellend beroepschrift, waarin ik de aanbeveling fileer en de onzorgvuldigheid van de werkwijze van de kandidatencommissie aantoon. 

De beroepscommissie houdt zitting op 26 november. Ik mag iemand meenemen. Moet ik dat nou wel doen? Ik kan best mijn eigen bonen doppen. Maar toch vraag ik collega Jos van der Lans mee. De kandidatencommissie zet immers zwaar in op mijn 'oncollegialiteit' en dan kan ik toch het beste iemand meenemen waarmee ik al sinds 1999 in de fractie samenwerk. Jos heeft overigens al een mooi briefje aan de beroepscommissie geschreven, waarin hij de aanbeveling bekritiseert. 

Op de beroepszitting staan we tegenover twee leden van de kandidatencommissie. De zitting loopt drie kwartier uit. Ik ben natuurlijk niet objectief (...) maar het verweer van de kandidatencommissie tegen mijn argumenten is bijzonder zwak. 's Avonds word ik gebeld door de beroepscommissie dat mijn beroep gegrond wordt verklaard, zij het dat ik kandidaat ben voor blok 2, dat is vanaf plek 2. Terwijl ik me had gekandideerd vanaf plek 1. Dat is vreemd en ik vraag de beroepscommissie of dat wel mogelijk is. 'Ja' luidt het antwoord en de commissie weet natuurlijk dat is vastgelegd dat er tegen een uitspraak van de beroepscommissie geen enkel beroep meer mogelijk is. Het moet ook ergens ophouden.

Ik besluit mijn kandidatuur te handhaven in de wetenschap dat het zeer negatieve stukje van de kandidatencommissie de partij in zal gaan, met daar aan toegevoegd het oordeel van de beroepscommissie. Het is aan het congres om te kiezen. En uiteraard zal ik de congresbezoekers informeren met deze folder.

Op 3 februari was dus het congres. Ik hield een praatje voor mezelf, maar was tevens op dit congres woordvoerder van een grote groep verontrusten, die een motie hadden ingediend over koers, imago en partijcultuur. Zie voor een impressie van dit congres mijn Dinsdagboek van 5 februari 2007.