Dinsdagboek / Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Dinsdagboek: juni 2007

Woensdag 4 juli 2007

Zojuist is het rapport van de commissie Van Ojik verschenen, een kritische evaluatie van het GroenLinks van de afgelopen periode: de verkiezingscampagnes, de koers, het imago en de partijcultuur. Zie voor het rapport de website van GroenLinks.

Kritisch GroenLinks heeft vandaag een reactie op dit rapport doen uitgaan. De tekst spreekt voor zich zelf:

Reactie Kritisch GroenLinks op het rapport ‘Scoren in de linkerbovenhoek’

Met instemming begroet Kritisch GroenLinks het rapport ‘Scoren in de linkerbovenhoek’ van de partijcommissie (‘commissie Van Ojik’), die is ingesteld op grond van de aangenomen motie van Kritisch GroenLinks op het GroenLinks-congres van 3 februari jl.

De kritische noten die de commissie kraakt zijn zeer herkenbaar voor Kritisch GroenLinks. Het manifest ‘Discussieer en Beslis Mee’ dat Kritisch GroenLinks dit voorjaar heeft uitgebracht blijkt als een prima ‘assist’ voor de commissie Van Ojik te hebben gefungeerd.

Om ons tot vier hoofdpunten te beperken:

  1. Terecht stelt commissie dat het debat over de sociaal-economische koers verder moet worden gevoerd én afgerond ‘zodat GroenLinks weer een helder sociaal gezicht heeft’ en hekelt de commissie de kwaliteit van het interne debat over dit onderwerp dat ze als ‘buitengewoon rommelig en onbevredigend’ betitelt.
  2. De commissie Van Ojik is kritisch op het ecologische gezicht van GroenLinks dat ze het etiket ‘technocratisch’ opplakt.
  3. De commissie stelt dat de interne partijdemocratie, de transparantie en de relatie tussen partijtop en leden moet worden verbeterd.
  4. De commissie bekritiseert de impliciete keuze die door de partijtop is gemaakt om van GroenLinks een ‘nichepartij’ te maken die onder invloed van Motivaction zich alleen nog zou moeten richten op een intellectuele bovenlaag. Terecht stelt ze ‘klein is niet fijn’.

Haar naam en imago getrouw heeft Kritisch GroenLinks ook kritische kanttekeningen bij het rapport.

  1. De commissie stelt dat de verbinding met maatschappelijke organisaties moet worden versterkt, maar werkt dit niet verder uit. Terwijl dat juist een van de grote kritiekpunten is op de inhoud van de (sociaal-economische) koers en het daarmee gepaard gaande –elitaire- imago. Alternatieve voorstellen van GroenLinks worden achter de politieke tekentafel bedacht, zonder voeding en dialoog met maatschappelijke organisaties en binding met de groepen mensen waarom het gaat.
  2. De commissie stelt enerzijds dat de potentie van GroenLinks als milieupartij onvoldoende wordt benut, anderzijds schrijft ze dat GroenLinks opkomt voor belangen zonder electorale potentie, zoals het milieu. Dat moet een ‘slip of the pen’ zijn. GroenLinks moet haar groene standpunten politieker vertalen en het onverbrekelijke verband tussen groene en linkse standpunten agenderen: voor een groene politiek is een andere economie nodig.
  3. De commissie van Ojik heeft –terecht- veel kritiek op het weinig transparant en democratisch functioneren van het strategisch beraad; ze beveelt aan dat dit beraad verantwoording gaat afleggen aan de partijraad. Tegelijkertijd stelt ze dat het partijbestuur onvoldoende uit de –politieke- verf komt en weer zijn verantwoordelijkheid voor inhoudelijk debat en strategische positionering moet nemen. Dat vindt Kritisch GroenLinks ook en dat betekent dat er gekozen moet worden: het strategisch beraad wordt weer teruggebracht tot hoogstens een overlegorgaan, zonder bevoegdheden.
  4. De commissie bekritiseert het project ‘De linkse Lente’ omdat GroenLinks daarmee te veel de linkse samenwerking centraal heeft gesteld, in plaats van de reëel bestaande verschillen tussen de PvdA, SP en GroenLinks te benoemen. Dat is de verkeerde kritiek. Het probleem met ‘De linkse Lente’ was dat GroenLinks hiermee de pretentie had het alleenvertoningsrecht op linkse samenwerking te hebben. Dat is een weinig geloofwaardige positie. GroenLinks moet echter blijven streven naar een links regeringsalternatief.

Kritisch GroenLinks vindt dat het rapport van de commissie Van Ojik een uitstekende basis biedt voor de verdere discussie die in GroenLinks gaat plaatsvinden over beginselen, strategie en partijcultuur. Maar niet alleen dat. De aanbevelingen van het rapport zullen in dit vervolg verder uitgewerkt moeten worden. En de ‘partijtop’ die in het rapport op een aantal punten stevig en steekhoudend wordt bekritiseerd, zal met de nodige terughoudendheid aan dit vervolg moeten deelnemen.

Kerngroep Kritische GroenLinks – 4 juli 2007

Donderdag 28 juni  2007

(In Straatsburg, Raad van Europa - vanaf maandag 25 juni.)

De ochtend begint met een vergadering van de commissie gelijke rechten, waar nu gestemd gaat worden over de resolutie en aanbevelingen in mijn rapport over prostitutie. Eerst ontspint zich wederom een discussie over de relatie tussen mensenhandel en prostitutie. Dit keer omdat een van mijn collega's een rapport van de VN over mensenhandel heeft bekeken, waar de relatie op Zweedse wijze wordt gelegd. Er herhaalt zich een soortgelijke discussie als dinsdag (zie hieronder), maar ik weet de commissie ervan te overtuigen dat dit een te kortzichtige benadering is. De resolutie en aanbevelingen worden unaniem aanvaard, met hier een daar een kleine tekstuele wijziging. Anja Meulenbelt is ook aanwezig in de vergadering, gaat tussentijds weg, maar maakt wel een onderhoudend verslag op haar weblog.

  In debat tijdens een commissievergadering

Daarna een gesprek met een adviseur van de president van Letland die mij informeert over de voortgang van het project dat de Baltische staten aan het ontwikkelen zijn met de landen van de Zuidelijke Kaukasus (Armenië, Azerbeidjaan en Georgië). Dat allemaal in het kader van het Grote Strategische Plan om door een veelzijdige samenwerking het hoofd te kunnen bieden aan al te opdringerige aspiraties van de grote buurman Rusland.

's Middags is het debat over Monaco, dat sinds enkele jaren lid is van de Raad van Europa, maar nog niet voldoet aan een van de belangrijkste criteria, nl. dat het een democratie is. Frankrijk heeft nog steeds een grote vinger in de pap bij belangrijke benoemingen en de prins heeft de feitelijke macht. Het parlement heeft niet het budgetrecht, kan geen wetten wijzigen en kan ook de regering niet daadwerkelijk controleren, want heeft niet de verplichting om op vragen van parlementariërs antwoord te geven. Zie hier mijn inbreng in het debat.

Het debat ontaardt in een vrij absurde vertoning. Erik Jurgens dient drie amendementen in die ik mede heb ondertekend, om er bij Monaco sterk op aan te dringen de grondwet zo te veranderen dat het een echte democratie wordt. De beide rapporteurs gooien hun kont tegen de krib en weigeren de amendementen over te nemen, waardoor ze met een klein stemmenverschil worden verworpen. Een absurde situatie omdat de amendementen beogen waarvoor de Raad van Europa is opgericht en wat haar exclusieve bestaansrecht is. Vooral de Russische rapporteur Slutsky doet zich gelden. Deze gaat er prat op uitstekende relaties met de prins van Monaco te hebben en zal ongetwijfeld ook nog het Russische belang in zijn achterhoofd hebben: als we nu soepeler zijn voor Monaco, moeten we het de volgende keer ook voor Rusland zijn.

 's Avonds is er een heuse soiree in de residentie van de Nederlandse 'ambassadeur' bij de Raad van Europa. Omdat Ed van Thijn er vandaan voor het laatst is, wordt er stilgestaan bij zijn lange politieke carrière, die dus vandaag de facto eindigt. De rode draad in de soiree is het jongste boek van Ed waarin hij verslag doet van zijn zoektocht naar de -na de oorloge geboren- dochter van de vrouw, waar hij tijdens de oorlog enige tijd ondergedoken heeft gezeten. Deze dochter, nu 51 jaar oud, is ook aanwezig, want uiteindelijk vond hij haar in Zwitserland, waar ze pianist in een band is. Deze band is aanwezig en speelt 5 ummers. Tussen de nummers door leest Ed enige mooie passages voor en wordt hij ook nog geïnterviewd. Aanwezig zijn natuurlijk zijn collega's, Nederlanders die werken bij de Raad van Europa, wat mensen van de joodse gemeenschap uit Straatsburg en ook de Zwitserse delegatie is vertegenwoordigd. Bij elkaar een man of vijftig, die de wat lange voorstelling geduldig uitzitten.

Woensdag  27 juni 2007

(In Straatsburg, Raad van Europa - vanaf maandag 25 juni.)

Zoals gebruikelijk eerst een vergadering van mijn politieke groep. Daarna is het hoogtepunt van deze week: het debat over het (tweede) rapport van onze Zwitserse collega Dick Marty, over de geheime CIA-vluchten en gevangenissen in Europa. Inmiddels niet meer zo geheim dank zij het zorgvuldige en geduldige spitwerk van deze onkreukbare, ex-officier van justitie. Marty weet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan te tonen dat in Roemenië en Polen deze gevangenissen hebben bestaan, waar van terreurdaden verdachte moslims zijn heengebracht en gemarteld. Wat nieuw is in dit rapport is dat hij ook overtuigend aantoont dat de afspraken om deze illegale activiteiten te ontplooien zijn gemaakt in  NAVO-verband. Op 4 oktober 2001, kort na de aanslagen op de Twin Towers, heeft de NAVO-Raad op voorstel van de VS een aantal besluiten genomen om de 'war against terror' handen en voeten te geven. Bij deze -openbaar- gemaakte besluiten zit een geheim aanhangsel, waarin het groene licht voor de CIA-vluchten en kampen wordt gegeven. Dat betekent dus dat niet alleen Roemenië en Polen, maar alle NAVO-landen ervan hebben geweten en politiek mede verantwoordelijk zijn. Dit punt wordt stevig door de verschillende sprekers van onze groep onder de aandacht gebracht; we hebben ook enkele amendementen voorgesteld die deze NAVO-kritiek geserreerd verwoord  en die op één na worden aangenomen. Tijdens het debat laten onze Roemeense en Poolse collega's zich van hun slechtste kant kennen. Ongeacht van welke politieke kleur ze zijn: allemaal verdedigen ze hun land en proberen Marty in het verdachtenbankje te zetten. Daarbij zeer oneigenlijke argumenten gebruikend als het gebruik van anonieme bronnen en het ontbreken van keiharde bewijzen. Oneigenlijk, omdat zijn rapport een politiek onderzoek is, geen justitieel: daarvoor ontbreken de middelen. Niemand is verplicht om  Marty te woord te staan en niemand kan door hem onder ede worden verhoord. Die stappen moeten juist door de politici en justitie in Roemenië en Polen worden gezet, maar die weigeren dat natuurlijk. De resolutie en de aanbevelingen van Marty worden met een overgrote meerderheid aangenomen. Ook de collega's van CDA en VVD stemmen voor, zoals door eenieder is te zien op de website van de Raad van Europa (zie: Plenary sessions > voting results). Dat is interessant, omdat de parlementen van de  NAVO-lidstaten in de resolutie worden opgeroepen in de toekomst volledig mee te werken om klaarheid te brengen in deze kwestie - en dat betekent dus ook dat er in de Tweede Kamer stappen moeten worden gezet om de besluitvorming in de NAVO-Raad van 4 oktober 2001 volledig openbaar te krijgen.

Dick Marty                  Rune Lund

's Middags is er een debat dat minder de aandacht trekt, maar toch ook van belang is: de situatie van vluchtelingen in het voormalige Joegoslavië als gevolg van de bloedige conflicten in de jaren '90. Honderdduizenden mensen zijn toen van huis en haard verdreven en leven elders in hun toen gevormde eigen land of in een andere voormalige Joegoslavische republiek. Het rapport van de Griek Dendias is uitstekend: het geeft goed aan wat er moet gebeuren om het recht op terugkeer naar hun oorspronkelijke woonplek ook daadwerkelijk te effectueren. In mijn bijdrage leg ik de nadruk op de rol die de parlementariërs uit Kroatië, Servië, Bosnië en Herzegovina, Macedonië en Montenegro zélf kunnen spelen om deze humanitaire tragedie op te lossen. Ik sprak ze rechtstreeks aan, want al deze landen zijn vertegenwoordigd in de assemblee. Maar alleen collega's uit Servië en Herzegovina hadden zich als spreker ingeschreven. Ze gingen niet in op mijn nadrukkelijke vraag, maar vervielen opnieuw in de grote ziekte van politici uit landen waar conflicten zijn geweest: achterom kijken. Klik hier voor mijn bijdrage.

Daarna maar weer eens mijn email gecheckt. Opnieuw een verzoek van de webmaster van de PvdA-Amsterdam om een bijdrage te leveren over een prikkelende stelling. Deze keer over de crisis in de PvdA en de vraag of ze moeten fuseren en zo ja met wie. Een kolfje naar mijn hand. Ik mail de volgende tekst:

De PvdA moet niet fuseren. Wat ze wel moet doen is weer een echte sociaal-democratische partij worden, die haar wortels hervindt. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Velen in de huidige top (Bos voorop) zijn sociaal-liberalen die een halfslachtige koers varen en daarmee de SP nog meer ruimte zullen bieden en anderzijds nooit het echte (links-)liberale stempel zullen verwerven. Tegelijkertijd hebben ze met een achterban (leden, kiezers) te maken die wel een duidelijk links profiel voor de PvdA wil. Als de PvdA dat dilemma zelf niet oplost, zullen de kiezers dat wel doen. Dan ligt een herschikking ter linkerzijde voor de hand: een links-liberale partij en een moderne, democratische socialistische partij. Maar het kan ook anders: een zich herpakte PvdA, een dan kleinere SP en GroenLinks hebben meer gemeen dan andere partijcombinaties, zijn herkenbaar voor verschillende segmenten van het progressieve electoraat en moeten bij de volgende verkiezingen een links alternatief bieden. Dat lijkt me echter op dit moment pure theorie. Want daarvoor zal een breuk met het CDA nodig zijn, een andere partijleider dan Bos én een fundamentele heroriëntatie op koers, positie en strategie. Dat lijkt me teveel gevraagd voor de PvdA. Het perspectief is derhalve vrij somber.

Klik hier voor wie de discussie wil volgen.

Vandaag is Ans Zwerver in Straatsburg gearriveerd. En dat is leuk, want Ans is mijn voormalige college in de GroenLinks-fractie in de Eerste Kamer en ook mijn voorganger in de Assemblee. Ze heeft een hoge post in de permanente OVSE-missie in Herzegovina en Bosnië. Ze is hier omdat er een aantal rapporten over 'haar' regio worden besproken, zoals het hierboven genoemde. Morgen is er een debat over de medewerking van Servië aan het Joegoslavië-tribunaal, mede omdat dit half jaar Servië voorzitter is van de Raad van Europa.

We gaan 's avonds uit eten, samen met Tiny Kox (SP) en Rune Lund, onze Deense college, die vanmorgen namens onze politieke groep zo uitstekend over het Marty-rapport heeft gesproken. Rune heeft er ook in het Deense parlement veel werk van gemaakt en spint de hele dag met Deense journalisten.

Dinsdag 26 juni 2007

(In Straatsburg, Raad van Europa - vanaf maandag 25 juni.)

Eerst naar de commissie Gelijke Rechten, waar mijn rapport over prostitutie wordt besproken. Een gevoelig onderwerp in Europa, waar heel verschillend met dit onderwerp wordt omgegaan. In tien landen is prostitutie gelegaliseerd, zoals Nederland, Duitsland, Griekenland. In twintig landen wordt gepoogd het af te schaffen, zonder dat ze daar overigens veel energie in steken. Uitgezonderd. Zweden. Consequent wordt in dit land geprobeerd vrouwen van dit werk af te houden, en mannen ervan te doordringen dat he kopen van sex moreel verwerpelijk is. In zeventien landen is het simpelweg verboden en dat is het grootste probleem. Want in veel van die landen wordt gewoon weggekeken van het probleem of wordt op schrijnende wijze gemeten met twee maten: de sexwerkers zijn strafbaar, maar de klanten gaan vrijuit. Mijn rapport gaat over vrijwillige prostitutie en bepleit dat de landen een nadrukkelijk, expliciet beleid voeren, waarbij het belang van de vrouwen (en soms mannen) die als prostituee werken voorop staan: gezondheid, veiligheid, non-discriminatie. Die belangen worden volop geschaad in die landen waar prostitutie verboden is. In de commissie wordt een uur lang gediscussieerd over het rapport, waarin regelmatig één punt steeds opduikt. Namelijk dat vrijwillige prostitutie niet bestaat, dat elke prostituee een slachtoffer van mensenhandel en geweld is. Het is de opvatting die in Zweden wordt aangehangen en de rechtvaardiging is om consequent te streven naar afschaffing met als argument dat een mensenrechtenbeleid geen andere ruimte laat dan streven naar afschaffing. In deze opvatting trekt legalisering van prostitutie vrouwenhandelaars aan en in hun kielzog een hele stoet van criminelen. Ik breng daar stelselmatig tegen in dat vrijwillige prostitutie wel degelijk bestaat en dat vanuit het mensenrecht zelfbeschikking prostituees zelf in alle vrijheid moeten kunnen beslissen wat ze met hun lijf doen. En dat er dus een verschil is tussen vrijwillige en gedwongen prostitutie, al zie ik ook wel in dat deze grens niet altijd scherp is te trekken. Maar mijn rapport -en de daarbij behorende aanbevelingen - maakt geen keuze tussen het Nederlandse en Zweedse model en blijft ver weg van morele oordelen. Het gaat er om dat landen een beleid voert dat in ieder geval de prostituees een humane behandeling garandeert.

De oppositie van Azerbeidjaan wil me ook weer spreken en dat doe ik met plezier, want ze voeren een sympathieke strijd. Ik krijg een lijst van  65 politieke gevangenen overhandigd, oud-politici maar ook veel journalisten, met het vriendelijke doch dringende verzoek er iets aan te doen. Daar sta je dan. Ik beloof ze met andere parlementariërs te overleggen om het enige zinvolle instrument in te zetten waar we over beschikken. Het indienen van een motie om een rapport over deze onacceptabele situatie te schrijven. Een aanpak die ook in het verleden in het geval van politieke gevangenen tastbaar resultaat heeft opgeleverd.

's Middags staan twee rapporten over 'vrouwenzaken' op de agenda. Een rapport valt het beeld van de vrouw dat in advertenties wordt opgeroepen aan. Een onderwerp waarover met name door een groep Engelse conservatieven nogal lacherig over wordt gedaan, wat ze tot uitdrukking brengen om een amendement in te dienen dat de prijs die in het vooruitzicht wordt gesteld aan de meest roldoorbrekende advertentie op maximaal 3 euro te stellen. Het amendement wordt krachtig verworpen. Daarna komt het rapport over de feminisering van de armoede van een Armeense collega aan de orde. Uit alle cijfers blijkt dat vooral vrouwen in armoede leven. Ze worden slechter betaald, hebben lager onderwijs, worden eerder ontslagen, zijn bij een scheiding de dupe enz. Ik begin mijn bijdrage met de opmerking dat dit onderwerp aanmerkelijk minder sexy is dan het voorgaande, wat ook blijkt uit het feit dat de zaal aanmerkelijk leger is. In mijn bijdrage benadruk ik dat niet alle heil alleen van regeringen moet worden verwacht -want daar neigt ook dit rapport naar toe- maar dat de strijd tegen armoe ook een sociale strijd is waar vrouwen (en mannen) zelf actief aan kunnen bijdragen.

Maandag 25 juni 2007

De eerste werkdag in Straatsburg waar de parlementaire assemblee van de Raad van Europa bijeen komt. Zoals gebruikelijk begint de week met een vergadering van de politieke groep, Verenigd Europees Links, waar ik deel van uit maak. De samenstelling van deze groep begint langzaam maar zeker drastisch te veranderen. Werd de groep aanvankelijk gedomineerd door allerlei soorten communisten, nu zijn deze ver in de minderheid - en nemen ook nauwelijks deel aan het werk. Dat is maar goed ook, want ik ben het niet vaak met ze eens. Daar staat tegenover dat er dankzij gunstige verkiezingen er steeds meer groene en linkse leden bij komen. Het laatste jaar uit Italië, Duitsland (die Linke), San Marino (!) en vandaag uit IJsland (LinksGroen heeft het daar) en Estland (Groenen). We lopen de agenda van de plenaire vergadering door en verdelen de rapporten waarover gesproken gaat worden namens de groep. Het belangrijkste van deze week is het rapport van Dick Marty over de CIA-vluchten en -kampen, dat woensdag wordt besproken (zie woensdag).

 

V.l.n.r.: Hakki Keskin (Duitsland) , Andros Kyprianou (Cyprus) en Jorge Machado (Portugal), leden van Verenigd Europees Links.

's Middags begint het vergadercircus met een vergadering van de Monitoringscommissie, mijn favoriete commissie, die als taak heeft de voortgang van mensenrechten, rechtstaat en democratie in nieuwe lidstaten nauwgezet te volgen. En dus gaat het over Rusland, Oekraïne, Azerbeidjaan enz. aan de hand van door twee rapporteurs geschreven rapporten. In die rapporten worden landen aangespoord de nodige maatregelen te treffen om de situatie in hun land te verbeteren, waarbij de Raad van Europa ook veel expertise in huis heeft om die landen ook daadwerkelijk te helpen.

Daarna moet ik snel naar de plenaire vergadering, want mijn rapport over de verkiezingen in Armenië staat op de agenda. Op 12 mei waren daar parlementsverkiezingen en ik was de aanvoerder van onze delegatie van verkiezingswaarnemers. Die verkiezingen verliepen minder rooskleurig dan het aan aanvankelijk zich liet aanzien. Klik hier voor mijn rapport en toelichting tijdens het debat. Overigens leverde mijn rapport nauwelijks debat op. Maar dat werd mede in de hand geholpen door het feit dat de sprekerslijst afgebroken werd op het moment dat een Armeense spreker het woord zou krijgen.

Daarna een gesprek met het plaatsvervangend hoofd van het bureau van Kazakstan bij de Raad van Europa, Stanislav Vassilenko. Wat doet Kazakstan bij de Raad van Europa?

's Avonds is het traditionele groepsdiner, deze keer godbetert in het Hilton (een NAVO-hotel kon ik niet nalaten 's morgens bij de groepsvergadering te roepen). Maar ik moet zeggen: het was reuze gezellig en nog lekker ook.

Vrijdag 15 juni 2007

(bezoek aan Zweden, Forum Toekomst van de Democratie - vanaf woensdag 13 juni.)

We gaan met de bus van Sigtuna naar Arlanda Airport, waar de slotzitting van het Forum wordt gehouden in het Arlanda Conference and Business Centre. Wat zijn die Zweden toch verdomd efficiënt, want zo kan ieder maximaal deelnemen alvorens op het vliegtuig te stappen. Rapporteurs geven een slotbeschouwing die als gezamenlijke conclusies ook in een apart document worden opgenomen. Er worden goede voorstellen gedaan om de positie van de oppositie te versterken, te werken aan een mensenrechtenagenda op lokaal niveau, omdat er steeds meer beleid wordt gedecentraliseerd en inventief om te gaan met democratische vernieuwing en directe democratie als aanvulling op de representatieve democratie.

Maar ik stap niet op het vliegtuig. Ik heb een late vlucht terug geboekt en ga nog de rest van de dag Stockholm in, een stad die ik niet ken. En dat is de moeite waard, mede geholpen door het prachtige zomerweer. Stockholm is een eilandenrijk en ligt uitbundig naar het vele water gekeerd. Het oudste deel ligt op het centrale eiland Gamla Stan met het koninklijk paleis als grote attractie: veel is voor het publiek opengesteld, daarmee symboliserend hoe ceremonieel en onbeduidend de Zweedse monarchie is.

Op Skepsholmen, waar een uitgesproken alternatieve sfeer hangt, neem ik een kijkje in het architectuurmuseum en het museum voor moderne kunst. Beide zijn gehuisvest in een fraai uitgestrekt gebouw, ontworpen door de Catalaanse architect Rafael Moneo.

Skepsholmen Stadhuis

Maar hoogtepunt is toch de rondleiding door het stadhuis van Stockholm dat in een streng ogend gebouw aan de Riddarfjärden ligt. Het is gebouwd tussen 1911 en 1923 in romantisch Zweedse stijl en bevat een aantal fraaie, zeer grote vertrekken, waarmee wordt uitgedrukt dat ook het gewone volk zijn paleis moet hebben. Het banket ter ere van de uitreiking van de Nobelprijzen wordt jaarlijks in het stadhuis gehouden - en daar zijn ze erg trots op. Ook de raadszaal mag er zijn; overigens wordt de gemeenteraad van Stockholm (101 zetels, Amsterdam heeft er 45 en dat vinden sommige zeurpieten nog te veel) gedomineerd door conservatieve partijen, wat vrij bijzonder is voor een (West-)Europese hoofdstad.

Donderdag 14 juni 2007

 (bezoek aan Zweden, Forum Toekomst van de Democratie - vanaf woensdag 13 juni.)

Vandaag wordt er in aparte sessies gewerkt aan de verschillende deelonderwerpen. Ik kies voor het thema 'representatieve democratie in een nieuwe periode'. De vorm van de sessie, die de hele dag duurt, is de 'World Café' methode. In groepjes van vier worden de onderwerpen bediscussieerd, waarbij het voorzitterschap afwisselt en iedereen vriendelijk gedwongen wordt zijn of haar mond open te doen. Eigen ervaringen spelen een belangrijke rol. omdat per onderwerp bovendien een soort stoelendans wordt uitgevoerd mengt het gezelschap voortdurend. Een leuke, maar wel vermoeiende methode die voor een aantal rustzoekende parlementariërs reden is om in de loop van de dag af te haken. Zo moet ieder een eigen succesverhaal vertellen waarin zijn of haar betrokkenheid bij democratisering tot uitdrukking komt. Dilemma's, kansen en uitdagingen worden geïnventariseerd en prioriteiten gesteld middels een nogal ingewikkeld handgeschreven-vellen-op-prikborden procedure, maar het slot van het liedje is toch dat er aantal frisse ideeën zijn opgebracht die morgen hopelijk in de conclusies verwerkt worden.

Er is enige uren vrij die ik benut door door de bossen van hotel naar Sigtuna te lopen. Het ligt prachtig aan een groot meer; de enige bezienswaardigheid is de hoofdstraat met een reeks kleurige, houten winkelhuizen waar hoofdzakelijk toeristische spullen worden verkocht. In het midden ligt een klein plein met een houten kerk aan de ene en een bank met geldautomaat aan de andere kant.

Dorpsstraat  Muzikaal onthaal

's Avonds gaat het hele gezelschap met enkele bussen naar het Steninge Paleis voor het diner. We rijden het paleis voorbij en eindigen bij de uitgestrekte, fraai gerestaureerde stallen waar op de begane grond een enorme souvenirwinkel is die regionale producten en vooral ook glas verkoopt, want een heuse glasblazerij behoort eveneens tot het pakket. Er vindt een indrukwekkende glasblaas-séance plaats door een blonde, gespierde Zweedse jongeman die voortdurend met een enorme klomp gloeiend glas in de weer is: draaien, blazen, dompelen in water, dompelen in vuur, kneden enz. maar de voorstelling duurt zo lang -en het blijft zo onduidelijk wat hij nu eigenlijk aan het maken is - dat het gezelschap weer uitdunt. Het diner is op de zolder van de stallen waar enorme tafels staan om de honderden gasten op te vangen. Er is live-muziek, er zijn een paar toespraken en er is natuurlijk eten met goede wijn. Daar ben ik wel aan toe.     

Woensdag 13 juni 2007

Op weg naar Stockhol voor het Forum over de Toekomst van de Democratie, dat de Raad van Europa de komende dagen organiseert. Dit (jaarlijkse) forum is een nog jong initiatief en heeft het doel om in deze tijd waarin de democratie op vele manieren onder druk staat, antwoorden te vinden, nieuwe ideeën en initiatieven te ontwikkelen.

Het eerste deel van het forum vindt vandaag plaats in de vergaderzaal van het Zweedse parlement, dat gebukt gaat onder een hoog Ikea-gehalte. Een keur van sprekers passeert de revu. Collega René van der Linden, voorzitter van de Assemblee, opent het Forum. De meeste sprekers zijn knap vervelend, met de speech van Svetlana Orlova, ondervoorzitter van de Russische Federatieraad als dieptepunt. Iedereen veert op als de Zweedse, zwarte minister van Integratie, Nyamko Sabuni, het woord voert. Zij begint met haar persoonlijke geschiedenis, geboren in Congo, als meisje met haar familie gevlucht naar Zweden, en houdt een prima verhaal over integratie. Ze werd in de Nederlandse pers wel met Ayaan Hirsi Ali vergeleken, maar dat slaat nergens op. Ze is nl. geen moslima en heeft een totaal andere agenda dan onze voormalige Islamofoob.

Rechts René van der Linden achter het spreekgestoelte, links Nyamko Sabuni

 Maar er zijn ook enkele goede inleiders. Collega Andreas Gross houdt het beste verhaal met een hartstochtelijk, maar goed onderbouwd betoog waarin hij benadrukt dat versterking van de democratie op vele manieren bereikt kan worden, dat het voortgaand proces is zonder eindpunt. Mooi is het beeld dat hij oproept dat de nationale politiek te groot is voor de kleine dingen en te klein voor de grote zaken. De vertegenwoordigende democratie moet volgens Gross aangevuld worden met vormen van directe democratie, parlementariërs moeten zich zelf serieus nemen en zich de middelen verschaffen en gebruiken om als echte volksvertegenwoordigers de regering op de hielen te zitten. Een sterke democratie kan alleen bestaan bij gratie van een sterke oppositie, die niet gedwarsboomd moet worden, maar juist alle ruimte moet krijgen. Dat is ook gezond eigenbelang. Wie vandaag in de regering zit, kan morgen in de oppositiebanken huizen.

Na het plenaire deel gaat het grote gezelschap -er zijn niet alleen parlementariërs maar ook vele vertegenwoordigers van NGO's aanwezig- in twee deel sessies uiteen. Ik kies voor het onderwerp 'de verantwoordelijkheid van de oppositie om dialoog van de grond te krijgen en politieke initiatieven te nemen. Het is een nogal teleurstellende bijeenkomst, niet in de laatste plaats omdat de drie uitgenodigde politici vooral ervaring hebben als lid van een regeringsfractie... En de enige wetenschapper heeft het vooral over de moeilijke ontwikkeling van de democratie in landen als Irak en Afghanistan, ongetwijfeld een interessant onderwerp, maar wel voor een andere bijeenkomst.

Daarna worden we ingescheept voor een boottocht van 3 uur naar Sigtuna, waar het Forum morgen wordt voortgezet. Waarom Sigtuna? Hier kwam het eerste parlement van Zweden ooit bijeen en het plaatsje was zelfs enige tijd de hoofdstad van Zweden. Het is slecht weer, wat helaas afbreuk doet aan de trip, maar het diner aan boord vergoed veel. We komen in de stromende regen aan, waar we worden opgewacht met muziek en dans. Het gemeentebestuur heeft zich enorm uitgesloofd om het ons naar  de zin te maken. Voor hen is de komst van dit Europese Forum een grote gebeurtenis. Alles is tot in de puntjes georganiseerd. Dat kun je aan de Zweden wel overlaten. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Alleen het weer valt niet te regisseren.     

Donderdag 7 juni 2007

Vandaag vergadert de monitoringcommissie van de Raad van Europa in Parijs met als belangrijkste agendapunt het rapport over  Monaco. Sinds 2004 is dit prinsdom lid van de Raad van Europa, maar omdat het nog niet aan alle voorwaarden voldoet, is het ministaatje onderworpen aan een monitoring-oftewel volgprocedure. Grootste probleem is dat het landje geen echte democratie is. Het parlement heeft weinig te zeggen. Zo bepaalt de prins -in overleg met Frankrijk (!) wie er minister worden, deze ministers hoeven vervolgens geen verantwoording af te leggen aan het parlement. Dat parlement is verder ook vrij machteloos. Het kan geen veranderingen in de begroting aanbrengen en ook waar het wetgeving betreft heeft het niet het volledige recht van amendement. Kor om de prins heeft in feite alle touwtjes in handen en dat is niet de bedoeling van een democratie. Beide rapporteurs voor Monaco, de Rus Slutsky en de Spanjaard Agramunt, signaleren al deze mankementen wel in hun rapport, maar hun ontwerp-resolutie is wat slapjes. Collega-vertrekkend-senator Erik Jurgens en ik zijn het meest kritisch. Dat is niet zo verwonderlijk: in 2004 stemden slechts twee leden (rara wie?) van de parlementaire assemblee tegen. We dienen onafhankelijk van elkaar twee amendementen in op de resolutie, die de boel wat aanscherpen. Eén wordt er -nipt- aangenomen, de ander sneuvelt. In juni komt de resolutie in de plenaire vergadering aan de orde. Dan zal blijken of de Raad van Europa een feodale staatsinrichting door de vingers wil zien, omdat het slechts een onbeduidend land met slechts ruim 30.000 stemgerechtigden is.

Woensdag 6 juni 2007

Ik heb dan wel gisteren afscheid genomen als Eerste Kamerlid, mijn lidmaatschap van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa loopt nog even door. Vandaar dat ik nu in de Thalys zit op weg naar de Monitoringcommissie die morgen in Parijs bijeenkomt. Zojuist heb ik het pamflet van Joost Zwagerman gelezen, 'De schaamte voor links'. Dat viel niet in alle opzichten mee. Laat ik beginnen met een compliment. Alleen al het simpele feit dat een schrijver als Zwagerman zich op deze wijze in het linkse- politieke debat mengt is prima. Wat allereerst opvalt is de titel. Hij schaamt zich op links gestemd te hebben, omdat de PvdA het onderwijs heeft verkwanseld, wegkijkt als de problemen van de multiculturele maatschappij op tafel komen en het waarden-en normendebat te veel aan Balkenende overlaat. Vreemd dat PvdA'ers het altijd meteen over een crisis van links hebben, als ze de PvdA bedoelen. Ook het enkele maanden geleden verschenen 'Verloren Slag' heeft daar een handje van. Maar het gaat met de SP méér dan uitstekend, terwijl GroenLinks weliswaar opnieuw licht verloor, maar -gelukkig- niet zo dramatisch als de PvdA. In tegenstelling tot de PvdA hebben GroenLinks en SP ledengroei. Zowel qua ledental als aantal gezamenlijke kamerzetels hebben SP en GroenLinks samen de PvdA ingehaald. Ook de voorbeelden die Zwagerman aanhaalt gelden de PvdA. Hij schaamt zich dus er voor PvdA gestemd te hebben.

Zwagerman begint zijn pamflet echter met venijnige kritiek op de links-liberale koers van Bos én Halsema. Hij ziet er terecht niets in. Hij hekelt de vooronderstelling van Halsema c.s. dat in Nederland broze vrijheden en verworvenheden in het gedrang zijn. Dat meer vrijheid de oplossing zou zijn voor meer rechtvaardigheid, solidariteit of respect. Integendeel: 'meer vrijheid kan ook inertie, stuurloosheid en een agressief soort zelfoverschatting veroorzaken wanneer de individuele vrijheid alles overschaduwt, ook de notie van gemeenschap waarbinnen de vrijheid beleden wordt.' Zwagerman trekt zijn betoogtrant niet door naar het sociaal-economische vlak. Dat is jammer, want een links-liberale opvatting zoals door Bos en Halsema beleden, haalt de bodem weg onder de koers die de PvdA -en ook GroenLinks - zouden moeten volgen willen deze partijen doen wat ze zeggen te willen: een beter leven met meer kansen voor mensen met een uitkering of een laag inkomen uit arbeid.

Zwagerman gaat enigszins de mist in als hij een fusie van PvdA en SP bepleit - overigens mag GroenLinks van hem ook meedoen. Hij haalt het initiatief 'Een Ander Nederland' aan als iets wat een vervolg moet krijgen. Met dat laatste heeft hij misschien een punt. We -ik was een van de initiatiefnemers van dit linkse samenwerkingsproject- hebben de stekker er na de vorming van het kabinet eruit getrokken, maar dat moet alleen maar tijdelijk zijn - al is het de vraag of het op dezelfde manier verder moet. Maar dit terzijde. Nu een fusie bepleiten is buiten iedere politieke realiteit. De SP heeft een unieke succesformule ontwikkeld, mede dankzij een uiterst pragmatische opstelling op programmatisch, tactisch en strategisch vlak, en geeft die uiteraard niet uit handen. PvdA en GroenLinks kennen een forse interne discussie die eerst moet uitwoeden en hopelijk tot wijziging van koers leidt, waarbij het loslaten van links-liberale hersenschimmen toch wel een eerste vereiste is. En Zwagerman stapt wat makkelijk heen over het feit dat SP en GroenLinks oppositiepartijen zijn en de PvdA in de regering zit. Nou ja, dat zijn wat haastig opgeschreven kanttekeningen bij het pamflet (zo wordt het echt op de omslag aangeduid) van Zwagerman, dat geen doorwrocht politiek betoog is, maar toch weer meer dan een sympathieke kreet van iemand met een links hart.

Dinsdag 5 juni 2007

Vandaag valt dan het doek. De laatste dinsdag dat ik voor de Eerste Kamer naar Den Haag reis. Deze keer vergezeld door vrouw en dochter, want we maken er een gezellige dag van. Ik ben benoemd tot lid van de commissie onderzoek geloofsbrieven die de papieren van de nieuwgekozen kamerleden moet onderzoeken. Er zijn twee van dergelijke commissies, elk bestaand uit drie kamerleden. We nemen dus 37 dossiers door. Staat de handtekening onder het bewilligingformulier? Is er een bewijs van Nederlanderschap? En vervult het kandidaat-kamerlid geen openbare functie, die volgens de (grond)wet onverenigbaar is met het kamerlidmaatschap? Dat blijkt allemaal niet het geval te zijn. Ook de vijf met voorkeurstemmen gekozenen hebben hun huiswerk gedaan, daarmee de druk van hun partijen weerstaand om de via een discutabele manier verworven zetel per kerende post weer in te leveren. En dus zullen Joyce Sylvester (Pvd A), Yildrim (SP). Klein Breteler (CDA), Jan Laurier (GroenLinks) en Hans Engels (D66) volgende week beëdigd worden.

GroenLinks heeft de minste, publieke druk op zijn freerider uitgeoefend. Er is uiteraard een gesprek met Jan Laurier geweest, maar deze gaf geen krimp. Daar lijkt het bij te blijven. Bij de PvdA, CDA en SP wordt de soep toch heter gedronken. PvdA-voorzitter Koole heeft publiekelijk Joyce Sylvester uitgefoeterd en haar min of meer verordonneerd haar zetel niet in te nemen. Bij het CDA schoot het ook in het verkeerde keelgat en werd op jezuïtische wijze een Salomonsoordeel uitgesproken. Na 2 jaar stapt Klein Breteler op om de volgens de partijlogica rechtmatige eigenaar alsnog op zijn pluche te laten plaatsnemen. Bij de SP doen ze het, zoals gebruikelijk, het slimst. Na veel gepraat is Düzgün Yildrim ermee akkoord gegaan dat de partijraad het laatste woord heeft. Hij hoeft zich daar over geen illusies te maken.  

De plenaire vergadering is gewijd aan de vertrekkende 37 senatoren. Op alfabetische volgorde worden ze bekwaam door voorzitter Yvonne Timmerman-Buck uitgeluid. Soms neigt het naar een necrologie, zeker als bij gebrek aan spraakmakende daden als senator eerdere functies de revue passeren. Dat is niet het geval bij de vier GroenLinksers die afscheid nemen, 80% van de fractie, waarschijnlijk een record voor een fractie van enige omvang. Zowel Diana de Wolff, Jos van der Lans, Goos Minderman als ik horen mooie woorden door de zaal rollen. Over mij zei ze het volgende.

Leo Platvoet staat bekend als een politicus met uitgesproken opvattingen, niet alleen in, maar ook over de Eerste Kamer. Het is geen geheim dat hij, in lijn met het standpunt van zijn partij GroenLinks, eigenlijk af wil van de senaat. Dat die overtuiging misschien toch niet zo diep geworteld is, valt op te maken uit zijn eigen weblog, waar de Eerste Kamer beschreven wordt als "een intrigerende mengeling van een warm bad, een zuigende behoudzucht, vriendelijke mensen en uiteindelijk toch ook: politieke strijd." Daar komt bij dat Leo Platvoet zich tijdens zijn achtjarige lidmaatschap van deze Kamer bepaald niet onbetuigd heeft gelaten bij de debatten, ook als die niet het bestaansrecht van de Kamer betroffen. Naast zijn stevige bijdragen aan debatten over de herinrichting van ons binnenlands bestuur, over de gekozen burgemeester en over de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur trok het door hem aangevraagde interpellatiedebat in 2004 over de open brief van wijlen prins Bernhard veel aandacht. Interpellatiedebatten worden in de senaat zelden aangevraagd, maar dat het Leo Platvoet was die dat deed, verbaasde niet echt. Zijn werkzaamheden als senator heeft Leo Platvoet niet alleen binnen de muren van dit gebouw, maar minstens zo intensief daarbuiten verricht. Hij was een trouw en gewaardeerd deelnemer aan de vergaderingen van de Raad van Europa en de West-Europese Unie en trad vele malen op als verkiezingswaarnemer in landen in vooral Oost-Europa. Wat velen van u wellicht niet weten is dat Leo buiten Nederland onder een andere naam bekendstaat. In Europa kent iedereen Leo als Mr Azerbeidzjan. Vast en zeker zullen de inwoners daar hem missen. Met zijn vertrek vandaag verliest de Eerste Kamer een buitengewoon actieve en een spraakmakende senator.

Zeven senatoren krijgen ook een lintje opgespeld, omdat ze tien jaar of langer volksvertegenwoordiger zijn geweest. Ik heb er nu 22 jaar in totaal op zitten, maar laat deze beker aan mij voorbijgaan. Allereerst vind ik het onzin om iemand een lintje te geven als hij of zij 10 jaar op het pluche heeft gezeten. Dat krijgen andere mensen ook niet - en terecht. Bij de regelgeving t.a.v. de lintjesregen hebben beide Kamers deze uitzonderingspositie voor zich zelf bedongen. Een beschamend voorbeeld van het steken van veren in je eigen reet. Bovendien: een koninklijke klop op de schouder: voor velen het hoogst bereikbare, maar voor een republikein toch een nachtmerrie.

Na het officiële deel is er een receptie voor alle vertrekkende leden in de Ridderzaal. Kom ik daar ook nog eens. Ieder vertrekkend lid mocht maximaal 15 mensen uitnodigen. De een maakt er gebruik van, de ander niet. Ik heb vrienden en familie uitgenodigd - en het is een gezellig samenzijn, waarbij vele handen worden geschud.