|
|
De
schijngestalte van de gekozen burgemeester In de discussie over de
direct gekozen burgemeesters worden tegenstanders afgeschilderd als lieden die
de achterkamertjes in stand willen houden. De voorstanders van de direct gekozen
burgemeester doen het voorkomen dat Nederland ‘het enige land in heel Europa
is dat geen gekozen burgemeester heeft’ (minister Brinkhorst). Om met dat
laatste te beginnen: wat een schrijnende onwetendheid. In Ierland wordt de
burgemeester door de gemeenteraad uit zijn midden gekozen, in Spanje door de
gemeenteraad, in Frankrijk door de gemeenteraad, in België door de regering op
voordracht van de gemeenteraad, in de Scandinavische landen door de gemeenteraad
enz. In verreweg de meeste Europese landen wordt de burgemeester door de
gemeenteraad gekozen en dat is precies de manier die GroenLinks (maar ook PvdA
en SP) in Nederland wenselijk achten. De belangrijkste redenen daarvoor zijn al
vaker genoemd. Politieke macht behoort in handen te zijn van de direct gekozen,
pluriform samengestelde gemeenteraad en niet in handen van één persoon. Het
direct kiezen van de burgemeester betekent dat er naast de gemeenteraad een
tweede ‘macht’ komt, ook gelegitimeerd door de kiezers, wat het bestuur in
een gemeente behoorlijk kan verlammen als er verschillen van mening zijn tussen
de gemeenteraad en de burgemeester. Een argument dat nauwelijks nog is gebezigd,
is de democratische schijngestalte van de direct gekozen burgemeester. Als in de
eerste ronde geen kandidaat de meerderheid haalt, volgt er een tweede ronde
tussen de twee hoogst geëindigde kandidaten. Een deel van de kiezers wordt dan
gedwongen om een stem uit te brengen op een door hen eigenlijk niet gewenste
kandidaat. De gekozene zal in dat geval niet de echte wil van de meerderheid van
de kiezers vertegenwoordigen. Tel uit je democratische winst. Linkse
senatoren die het wagen om tegen de wijziging van de grondwet te stemmen, waarin
nu nog de kroonbenoeming is vastgelegd, zouden ook nog verloochenaars zijn van
het kabinet Den Uyl, dat immers die kroonbenoeming al wilde schrappen
(commentaar Trouw). Een nogal met haren erbij gesleept argument. Waar het om
gaat is dat het huidige kabinet woordbreuk heeft gepleegd ten opzichte van het
kabinet Kok dat in 2001 de grondwetswijziging in eerste lezing presenteerde. Dat
deed zij toen met de volgende toelichting. ‘De
regering acht het van belang dit vraagstuk niet te belasten met
principieel-dogmatische standpunten maar het te benaderen vanuit de noodzaak
toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van het burgemeesterschap die zich in het
licht van de veranderingen in de positie van het openbaar bestuur als geheel en
die van het lokaal bestuur in het bijzonder aandienen, te kunnen integreren in
het stelsel.’ Het
toenmalige kabinet wilde na de grondwetswijziging
‘ruimte te bieden aan
een inhoudelijke en open discussie die de wetgever de aanknopingspunten biedt om
te zijner tijd te beoordelen of wijziging van de aanstellingswijze aangewezen is
en daarover te besluiten.’ Uiteraard
konden alle partijen, uitgezonderd CDA, ChristenUnie en SGP, daar van harte mee
instemmen. Het
is overduidelijk: de discussie en besluitvorming over de grondwetswijziging in
eerste lezing vond plaats in een politiek klimaat waarin sprake was van het creëren
van ruimte voor een open en inhoudelijke discussie over de meest wenselijke vorm
van de aanstelling van de burgemeester. Nú
is dit echter radicaal veranderd. D66 heeft het voor elkaar gekregen om de door
de bevolking gekozen burgemeester in het regeerakkoord opgenomen te krijgen.
Minister De Graaf heeft niet met een ‘open mind’ het debat gevoerd, maar is
onmiddellijk aan de slag gegaan om het D66 kroonjuweel in een wettekst van
graniet neer te slaan om daar vervolgens de politieke markt mee op te gaan. Van
enige inhoudelijke dialoog kon geen sprake zijn. Daarmee staat de tweede lezing
van de grondwetswijziging geheel in dienst van het D66-dogma van de direct
gekozen burgemeester. Het
is waar: ook voor een door de gemeenteraad te benoemen burgemeester moet de
Kroonbenoeming uit de grondwet worden gehaald. Als minister De Graaf star
vasthoudt aan de ‘directe’ verkiezing van de burgemeester in 2006 –en
daarmee in feite de grondwetswijziging kaapt- is de kans groot dat daar zwaar
voor wordt betaald. De Kroonbenoeming blijft dan gehandhaafd, maar de
eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze feitelijk geen betekenis meer heeft,
omdat recente wetswijzigingen al hebben geleid tot de situatie waarin de
aanbeveling van de gemeenteraad altijd wordt gevolgd.
|