|
|
Dinsdagboek: februari 2007 Dinsdag 20 februari 2007 De Eerste Kamer is met reces. Wel komt er een verzoek binnen van de Moslimomroep om een gesprek te hebben over de Provinciale Statenverkiezingen en de Eerste Kamer, samen met Naima Ajouaau, een PvdA-kandidaat voor de Staten van Noord-Holland. Klik hier als je die uitzending wilt horen. Donderdag 15 en
vrijdag 16 februari 2007 Deze twee dagen ben ik in Straatsburg voor een conferentie over ‘the parliamentary dimension of election observation’. Deze conferentie wordt georganiseerd door de Raad van Europa, dat een belangrijke rol vervult op het gebied van verkiezingswaarnemingen. Maar er zijn meer organisaties die dat doen, zoals de OVSE, het Europees Parlement en Niet-Gouvermentele Organisaties zoals het Amerikaanse NDI. Als deze ‘spelers’ zijn uitgenodigd om –voor het eerst- met elkaar te praten over hoe er beter kan worden samengewerkt. Ik meng me ook een aantal keren in de discussie om duidelijk te maken dat verkiezingswaarnemingen geen ‘industrie’ moet worden, waar steeds meer organisaties een mogelijkheid zien om zichzelf te promoten, maar dat het doel moet zijn om met conclusies en aanbevelingen te komen die het betreffende land kan gebruiken om de kwaliteit van de verkiezingen (‘vrij en eerlijk’) te verhogen. Dáár gaat het om. En dus moet er veel beter worden samengewerkt. De meest voor de hand liggende samenwerking is om de waarnemers zo te spreiden dat zoveel mogelijk stembureau’s worden bezocht. Dat lijkt logisch, maar het komt nogal eens voor, en ik spreek uit eigen ervaring, dat in één stembureau’s tegelijkertijd meerdere waarnemers van verschillende internationale organisaties zijn. Goede samenwerking vereist ook een zelfde systematiek van waarnemen, dat wil zeggen dat aan de hand van dezelfde checklist alle waarnemers hun werk doen. Ook dat is nu niet het geval. De OVSE en de Raad van Europa leunen samen op de expertise van ODHIR, die een wetenschappelijke methodiek van waarnemen hebben ontwikkeld, waarbij één checklist wordt gebruikt voor elk stembureau. Na het sluiten van de stembussen worden al die duizenden formulieren per computer verwerkt, zodat een betrouwbaar beeld ontstaat over alle onregelmatigheden die zich voor kunnen doen. Zoals het uitbrengen van meerdere stemmen door één persoon (wat in praktisch alle landen verboden is – niet in Nederland), het niet identificeren van de stemmer (wat in praktisch alle landen verplicht is – wederom niet in Nederland), het ontbreken van een stemmer op de lijst van stemgerechtigden, het achter het gordijn duiken van een hele familie, waarbij de man duidelijk bepaalt hoe er gestemd gaat worden, intimiderende sfeer in het stembureau, politie of militairen in het stembureau, gemanipuleer bij het tellen van de stemmen enz. Maar lang niet alle waarnemersmissies gaan zo systematisch te werk. En dat is een slechte zaak. Ook bij het trekken van conclusies en het doen van aanbevelingen hoe het verkiezingsgebeuren beter kan, is het van groot belang dat alle organisaties één lijn trekken. Anders kunnen de politici in het betreffende land shoppen bij uiteenlopende conclusies van de verschillende waarnemers. Over dit soort zaken werd er deze twee dagen gediscussieerd en dat werd door eenieder als zinvol ervaren en voor herhaling vatbaar met de opdracht ook werk te maken van een verdere samenwerking. Dinsdag 13 februari
2007 In afwachting van de dingen die gaan komen, een nieuw CDA/PvdA/CU-kabinet is het wederom rustig in de senaat. Uiteraard zijn er wel wat commissievergaderingen, maar er gebeurt weinig schokkends. Ik krijg een verzoek om de volgende dag in het radioprogramma De Ochtenden te komen om te discussiëren met het CDA Tweede Kamerlid Haersma Buma over het nut van de Raad van State. Dit naar aanleiding van een opinieartikel dat gisteren van mijn hand is gepubliceerd in het NRC Handelsblad. Wie de radiodiscussie nog eens wil horen klikke hier. Maandag 5 februari 2007 Het congres van GroenLinks zit er op. Uiteraard heb ik daar gemengde gevoelens over. Natuurlijk baal ik dat ik niet op een verkiesbare plaats ben gekozen op de Eerste Kamerlijst. Het besef bij een meerderheid op het congres dat het van belang is om bij het samenstellen van kandidatenlijsten rekening te houden met verschillende opvattingen was ver te zoeken. De aanhangers van de neoliberale agenda van Halsema hebben nu alle Eerste- en Tweedekamerzetels in handen. Terwijl het in de partij scherp verdeeld ligt. Dat dit alleen maar een politieke Pyrrusoverwinning kan zijn, spreekt voor zich. De motie
die kritiek en bezorgdheid uitsprak over de koers, het imago en partijcultuur is
gelukkig wel aangenomen. Dat ging overigens van een leien dakje, omdat
voorzitter Henk Nijhof en ook Femke Halsema, die de bui al zagen hangen, voor
het congres lieten weten de motie te steunen. Ik voerde namens de 275 indieners het
woord, en kon daardoor nog eens goed benadrukken waar de kritiek en de
bezorgdheid van de ondertekenaars op was gericht: op de onvoldoende doordachte,
bediscussieerde koersverandering, op het elitaire imago en op de
top-down-cultuur van de partij. Natuurlijk, niet iedere ondertekenaar deelt die
kritiek in dezelfde mate, maar een groot gevoel van onbehagen over deze drie
onderwerpen leeft. De motie vraagt om een vrije, goed in het land gespreide
discussie van-onder-op. En er komt een onafhankelijke commissie die hierover
rapport moet uitbrengen. Uiteraard werd er hier en daar ook geschamperd over het
‘resultaat’ van de motie, maar dat lijkt me vooralsnog niet terecht. De
samenstelling van de commissie geeft me toch wel het vertrouwen dat deze zich
echt onafhankelijk van de partijtop zal opstellen. En zich niet laat inspinnen
en uitspelen door Mr. Spindoctor himself, Tom van der Lee, sinds jaar en dag de
‘politiek coördinator’ van de Tweede Kamerfractie en daarmee de machtigste
persoon in GroenLinks. Veel aandacht trok de aanval van Joost
Lagendijk, Europarlementariër, op het besluit van de Tweede Kamerfractie om
niet te willen onderhandelen met PvdA en CDA over een regeerakkoord. Joost
fileerde vrij genadeloos de zigzagkoers die is gevolgd. Ik kon dat wel
waarderen, Joost is meestal een voorzichtig opererend mens, maar deze keer was
het hem blijkbaar te veel geworden. Halsema, die ernstige sporen van
koninginnegedrag begint te vertonen, dacht hem in de hoek te kunnen zetten door
Joost een koekje van eigen deeg te serveren (“Dat is eens maar nooit meer”)
maar dat leidde terecht tot het massaalste boegeroep dat een ‘leider’ van
GroenLinks ooit op een congres ten deel is gevallen. Overigens betreur ik de
opstelling van de Tweede Kamerfractie om een andere reden: nl. dat niet is getracht om met PvdA én SP één
koers te volgen in de onderhandelingen. Voor de handelswijze van de Tweede
Kamerfractie is maar één conclusie op haar plaats: politiek amateurisme.
|