Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Een nieuw geluid

Is het CDA na acht jaar oppositie zo veranderd dat ze een coalitiegenoot is geworden voor GroenLinks?

 

Onderstaand artikel verscheen in de Helling van zomer 2001; de Helling wordt uitgegeven  door het wetenschapelijk Bureau van GroenLinks

 

Eind april verscheen ‘Een nieuwe lente’, een politiek essay van een twaalftal CDA- en GroenLinks wethouders met kritiek op de politiek van Paars. De lokale bestuurders zijn de "opdringerige economisering van het beleidsmatig denken in ons land" meer dan beu. Zij pleiten in het pamflet voor een heroriëntatie waarbij de politiek meer oog moet krijgen voor waarden als "respect, wederkerigheid, mededogen, betrokkenheid, interesse of nieuwsgierigheid". In het blad Binnenlands Bestuur verwoordde een van de ondertekenaars, de Tilburgse GroenLinks-wethouder Roel van Gurp, die heroriëntatie wat concreter: "machtsvorming in Den Haag". De Volkskrant sprak in een hoofdredactioneel commentaar met enig gevoel voor dramatiek over "de twaalf apostelen", en riep het CDA op te kiezen: "Is GroenLinks een brug te ver of een reëel alternatief voor de VVD? Zolang CDA-leider De Hoop Scheffer het antwoord daarop schuldig blijft, hoeft Paars zich geen zorgen te maken."

Het essay legt de vinger op zere plekken van Paars: het dominante marktdenken, de privatiseringsgolf, de forse schaalvergrotingen, de verschraling in het onderwijs en de zorg. Het politieke denken en handelen van de Paarse coalitie is volledig geëconomiseerd. Maar wanneer zijn deze ontwikkelingen ingezet? Is de budgetfinanciering in de gezondheidszorg niet onder Lubbers I van start gegaan? Is het concept van de terugtredende overheid en de kritiek op de immer uitdijende verzorgingsstaat niet in de paarsloze jaren tachtig tot volle wasdom gekomen? Het is te makkelijk om met een verwijzing naar het wel zeer langdurige verleden waarin de christen-democratie in Nederland regeringsverantwoordelijkheid droeg de CDA-wethouders te verwijten boter op het hoofd te hebben. En die van GroenLinks te betichten om uit zucht naar machtsvorming kort van memorie te zijn. Maar andersom is het even makkelijk om negatieve aspecten van maatschappelijke en economische ontwikkelingen die al decennia bezig zijn eenvoudigweg op het bordje van Paars neer te leggen.

Wat opvalt aan het essay is de afwezigheid van een aan de economie gerelateerde analyse van bestaande machtsverhoudingen. De vraag komt niet aan de orde hoe de economie zo gestuurd en gecontroleerd zou kunnen worden dat sociale aspecten beter tot hun recht zouden komen. Of hoe werknemers meer invloed en zeggenschap kunnen krijgen, waardoor andere, meer democratische machtsverhoudingen ontstaan. De reden voor deze afwezigheid laat zich moeilijk raden. Konden de CDA- en GroenLinks wethouders het hier niet over eens worden – wat is te hopen – of vonden ze het geen interessant thema – wat valt te vrezen?

Coalitiegenoot

Het essay pleit voor kleinschaligheid en democratisering van instellingen en instituties, waarbij naast de ongemoeid gelaten harde wereld van de economie, een tweede wereld moet worden geschapen, waarin ‘de cultuur van het kleine’ domineert. Het is een eigentijdse variant op het gemeenschapsdenken dat in de christen-democratische kring al decennia lang een constante is. Daarin staan het harmoniemodel en de ontkenning van fundamentele belangentegenstellingen centraal. Terwijl de radicale doelstellingen van GroenLinks toch veronderstellen dat er in de talloze conflicten die zich op het maatschappelijke toneel voordoen, gekozen moet worden. Voor gezond en veilig voedsel, dus tegen de op gif en dierenmishandeling geënte landbouw. Voor democratische arbeidsverhoudingen en een rechtvaardige inkomensverdeling, dus tegen de ongebreidelde vrijheid van kapitaalstromen en de vele fiscale douceurtjes voor de grootverdieners.

Het wethouders-initiatief heeft natuurlijk ook een andere bedoeling dan kritiek op Paars, namelijk een eerste aanzet tot andere coalitievorming in Den Haag. Het is een oud recept: verontruste gemeentebestuurders vinden elkaar over partijscheidslijnen heen in hun afschuw van het landelijke beleid. Maar wat moet GroenLinks met het CDA? Is deze partij na acht jaar oppositie zo veranderd dat ze een coalitiegenoot is geworden voor GroenLinks? Als we de hoofdthema’s van GroenLinks langslopen en de reactie van het CDA hierop in de politiek-van-alle dag beschouwen, zijn er weinig aanknopingspunten.

Om te beginnen de financiële kaders. De Zalm-norm is door GroenLinks vanaf het begin gepolitiseerd en ontmythologiseert als zou het slechts een begrotingstechniek zijn. Financiële politiek moet ook in dienst staan van het oplossen van concrete maatschappelijke noden. Ook het dogma dat het omlaag brengen van de staatsschuld absolute prioriteit verdient, is door GroenLinks behoorlijk genuanceerd. Het Belastingplan kreeg geen parlementaire steun van GroenLinks, want de miljarden lastenverlichting gaan vooral in de richting van ondernemers en mensen met een hoog inkomen. Het CDA stemde wel voor dat belastingplan en wil de Zalmnorm weliswaar aanpassen, maar dan vooral om een snellere aflossing van de staatsschuld te realiseren.

Dan het milieu. Of het nu om het stimuleren van biologische landbouw gaat, het terugdringen van de automobiliteit of het beteugelen van de ongebreidelde groei van Mainport Schiphol: GroenLinks en het CDA staan lijnrecht tegenover elkaar. Als er één dossier is, waarin stringent overheidstreden gewenst is om trendbreuken af te dwingen die ook het bedrijfsleven pijn zullen doen, dan is het dit wel. Maar juist het CDA is, meer dan de burgerlijke VVD, met al haar vezels verbonden met het agrarisch-industrieel complex en het old boys netwerk dat het Nederlandse bedrijfsleven omspant.

Socialisme

Ook de politieke cultuur biedt weinig overeenkomsten. Wiegel liet het referendum stranden in de senaat, maar verreweg de meeste tegenstemmen werden geleverd door het  CDA. De gekozen burgemeester is voor het CDA een gruwel, omdat de ‘eigenstandigheid’ van deze door de Kroon benoemde functionaris hierdoor wordt aangetast. Elke discussie over de monarchie, al wordt deze nog zo schuchter ingezet, wordt weggehoond. Het CDA ontbeert elke intellectuele nieuwsgierigheid voor een zoektocht naar nieuwe vormen van democratisering. De steun die GroenLinks uit volle overtuiging heeft gegeven aan de typisch Paarse punten als het homohuwelijk, de opheffing van het bordeelverbod en de euthanasiewetgeving zijn door het CDA aangegrepen om zich fundamentalistisch af te zetten tegen deze normloosheid van het superindividualisme. En dan laat ik onderwerpen als het vluchtelingenbeleid, waar het CDA-kamerlid Wijn wedijvert met de VVD’er Kamp om het predikaat ‘hardste kerel van de klas’, maar verder buiten beschouwing.

Het is een politieke ongerijmdheid hoe twee oppositiepartijen die op praktisch alle hoofdpunten van beleid zo diametraal tegenover elkaar staan, na verkiezingen samen in een vruchtbare coalitie zouden kunnen zitten. Natuurlijk, de electorale positie van GroenLinks maakt het onvermijdelijk dat er wordt nagedacht wordt over mogelijke regeringsdeelname. Maar zou die nieuwe lente niet eerder aanbreken met andere linkse en progressieve partijen (PvdA, D66, SP), die qua programma en politieke cultuur beduidend dichter bij GroenLinks staan dan het CDA? Regeren is toch alleen een optie als CDA en VVD samen geen meerderheid behalen en de PvdA bereid is over links te spelen, waardoor het initiatief aan progressieve zijde komt te liggen. Dan zijn er kansen om delen van het GroenLinks programma uitgevoerd te krijgen.

‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’, zijn de beginregels van de Mei van Herman Gorter, het veelbejubelde, sensitieve debuut van de Tachtiger die zich niet lang daarna zou bekeren tot het socialisme.

Leo Platvoet