Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Nieuwjaarstoespraak Burgemeester Job Cohen 

1 januari 2006 (fragment)

Dames en heren,

Amsterdam is in beweging, Amsterdammers zijn in beweging. Voortdurend. Amsterdam is de meest dynamische stad van Nederland, één van de meest dynamische steden ter wereld. Panta rhei, alles stroomt hier, alles beweegt. De krachten van aantrekking en afstoting werken voortdurend op onze stad in, zij zetten de stad onder druk, zij geven de bewoners ruimte. Amsterdam trekt jaarlijks velen aan, studenten, migranten, pioniers, mensen op zoek om hun talenten te ontplooien. En elk jaar weer vertrekken ongeveer even zo velen uit de stad. Meestal welvarender, meestal slimmer of wijzer, vaak met kinderen, altijd rijker aan ervaring. Maarten van Poelgeest en Leo Platvoet noemden Amsterdam een emancipatiemachine. Een opwerkfabriek van talent. Die beschrijving vind ik treffend, een mooie karakteristiek van Amsterdam. De verschillende groepen die naar Amsterdam komen, zijn moeilijk met elkaar te vergelijken: de studenten, de expats, de migranten. Maar allemaal worden ze aangetrokken door dezelfde magnetische krachten: de sfeer, de cultuur, de mogelijkheden. Van het Rifgebergte tot Silicon Valley, van Bangalore tot Istanbul, wat Amsterdam te bieden heeft is wereldberoemd. Amsterdam is een wereldmerk, met zijn 740.000 inwoners een dorp onder de wereldsteden, en mede daarom zo aantrekkelijk. Amsterdam is een creatieve stad, en de stad voor creatieven. Een stad waar heel veel kan, maar niet alles mag. Amsterdam is multicultureel, multi-etnisch, en magnetisch. En gastvrij, zeker als, tot mijn genoegen, het verzamelde bedrijfsleven in eendrachtige samenwerking met de gemeente daar een serieus punt van maakt, te beginnen bij de taxi’s.

Een stad in het water, waar stroomversnellingen en rustig vaarwater elkaar afwisselen. Waar hier en daar het geld over de kades klotst, maar er elders poelen zijn van stilstaand water. Want in de opwerkfabriek Amsterdam is het niet voor iedereen even gemakkelijk om erbij te horen en mee te doen. Door armoede, door kansarmoede, door sociale uitsluiting. Vele Amsterdammers knopen maar net de eindjes aan elkaar, of eigenlijk net niet. Want om na aftrek van vaste lasten jezelf en twee kinderen te voeden en te kleden voor 70 euro in de maand, dat is onbegonnen werk. Dan red je het niet om voor het talentvolle kind met het goede balgevoel het lidmaatschap van de voetbalvereniging te betalen. Of zelfs maar eens in het jaar een keer met z’n drieën naar Artis te gaan. Of mee te doen met je klasgenootjes op school. Gelukkig zijn Amsterdammers een solidair volk, en wij vinden het allemaal logisch dat Amsterdammers die op het bestaansminimum leven gesteund worden. In een dergelijke situatie is het evangelie van de eigen verantwoordelijkheid zinloos, en dus compenseert de gemeente Amsterdam dit jaar met 14 miljoen euro extra de rijksbezuinigingen op de armoedebestrijding.