Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Huwelijk tussen CDA en GroenLinks wordt niets

Gepubliceerd in de Volkskrant van 16 juni 2001

Op de dansvloer van het Binnenhof worden de eerste aarzelende passen gezet. Partners die tot voor kort als muurbloem door het leven gingen, worden uitgenodigd om de stoute schoenen aan te trekken. PvdA’ers lonken naar GroenLinks en CDA en andersom. Vooral de toenadering tussen CDA en GroenLinks levert een intrigerend schouwspel op. Maar wat moet GroenLinks eigenlijk zien in het CDA? Is deze partij na 8 jaar oppositie zo veranderd dat het CDA een voor de hand liggende coalitiegenoot is voor GroenLinks? Als we de hoofdthema’s van de Haagse politiek langslopen en de reactie van het CDA hierop beschouwen biedt dat weinig gemeenschappelijkheid.

Laat ik beginnen met de financiële kaders. De Zalm-norm is door GroenLinks vanaf het begin gepolitiseerd en ontmythologiseert al zou het slechts een begrotingstechniek zijn. Financiële politiek moet immers ook in dienst staan van het oplossen van concrete maatschappelijke noden. Ook het dogma dat, nu het begrotingstekort overwonnen schijnt, het omlaag brengen van de staatsschuld absolute prioriteit verdient, is behoorlijk genuanceerd. Het Belastingplan kreeg geen parlementaire steun van GroenLinks, want de miljarden lastenverlichting gaan vooral in de richting van ondernemers en mensen met een hoog inkomen. Het CDA stemde voor dat belastingplan en wil de Zalmnorm nu wel aanpassen, maar dan vooral om een snellere aflossing van de staatsschuld te realiseren. Doorslaggevend verschil in benadering is dat werkelijke solidariteit ook een financiële vertaling moet kennen, die doorwerkt in de portefeuille van mensen, die een creditkaart ongebreideld als plastic money kunnen gebruiken.

Dan het milieu. Of het nu om het stimuleren van biologische landbouw gaat, het terugdringen van de automobiliteit of het beteugelen van de ongebreidelde groei van Mainport Schiphol: GroenLinks en het CDA staan lijnrecht tegenover elkaar. Als er één dossier is, waarin stringent overheidstreden gewenst is om trendbreuken af te dwingen, waarbij industriële machthebbers moeten inleveren, dan is het dit wel. Maar juist het CDA is, meer dan de conservatief-burgerlijke VVD, met al haar vezels verbonden met het agrarisch-industrieel complex en het old boys netwerk dat het Nederlandse bedrijfsleven omspant.

En hoe zit het dan met de politieke cultuur? Heeft 8 jaar oppositie het CDA verleid tot een minder gouvermentele instelling? Het wegschuiven van elk parlementair debat over de kwestie Zorreguieta wijst daar niet op. Wiegel kreeg de volle laag over het doen stranden van het referendum in de senaat, maar verreweg de meeste tegenstemmen werden geleverd door de grootste fractie: het CDA. De gekozen burgemeester is voor het CDA een gruwel, omdat de ‘eigenstandigheid’ van deze door de Kroon benoemde functionaris hierdoor wordt aangetast. Elke discussie over de monarchie, al wordt deze nog zo schuchter ingezet, wordt weggehoond. De positie van de overbodige senaat is heilig en bij ieder voorstel dat beoogt de positie van het parlement te versterken, bijv. door het aanwijzen van de formateur, kan het CDA het niet nalaten de Tweede Kamer impliciet als een stel ruziemakende kinderen af te schilderen. Het CDA ontbeert elke intellectuele nieuwsgierigheid voor een zoektocht naar nieuwe vormen van democratisering.

Zorg en onderwijs dan, toch de twee onderwerpen waar CDA en GroenLinks eensluidend lijken in hun kritiek. Maar ook in hun oplossingen? ‘Private rijkdom en publieke armoede’ is niet alleen een kernachtige samenvatting van de GroenLinkse kritiek, maar licht ook een tip van de sluier op die de oplossing verbergt. Kleinere klassen en meer tijd voor zorgzame hulp in de thuiszorg leiden tot hogere collectieve lasten die door de belastingbetalers zal moeten worden opgebracht.

De steun die GroenLinks uit volle overtuiging heeft gegeven aan de typisch Paarse punten als het homohuwelijk, de opheffing van het bordeelverbod en de euthanasiewetgeving zijn door het CDA aangegrepen om zich fundamentalistisch af te zetten tegen deze normloosheid van het superindividualisme.

En dan laat ik onderwerpen als het vluchtelingenbeleid, waar het CDA-kamerlid Wijn wedijvert met de VVD’er Kamp om het predikaat ‘hardste kerel van de klas’, maar verder buiten beschouwing.

Het is een politieke ongerijmdheid hoe twee oppositiepartijen die op praktisch alle hoofdpunten van beleid zo diametraal tegenover elkaar staan, na verkiezingen samen in een vruchtbare coalitie zouden kunnen zitten. Natuurlijk, de uitdagende politieke initiatieven en electorale vooruitzichten van GroenLinks maken het onvermijdelijk dat er wordt nagedacht wordt over mogelijke regeringsdeelname. Maar als het doel van regeringsdeelname het (deels) realiseren van het eigen programma is, ligt de belangrijkste uitdaging erin om andere linkse en progressieve partijen (PvdA, D66 en toch ook SP), die programmatisch beduidend dichter bij GroenLinks staan dan het CDA, tot politieke paringsdrift te prikkelen.

Regeren moet voor GroenLinks alleen een optie zijn als CDA en VVD samen geen meerderheid behalen en de PvdA gedwongen wordt over links te spelen, waardoor het initiatief aan progressieve zijde komt te liggen. Alleen vanuit die optiek is ook een centrum-linkse coalitie denkbaar met de nadruk op links. Maar dan zal de PvdA wel kleur moeten bekennen aan die kiezers die deze partij nog steeds voor progressief verslijten.