|
|
Cameratoezicht onder democratische controle van de gemeenteraad Wetsvoorstel
Wijziging van de Gemeentewet en de Wet politieregisters in verband met de
invoering van regels omtrent het gebruik van camera's ten behoeve van toezicht
op openbare plaatsen (cameratoezicht op openbare plaatsen) (29440). plenair
28 juni 2005 Het
voordeel van dit wetsvoorstel is dat er nu een eind komt aan de wildgroei van
allerlei manieren waarop het cameratoezicht tot nu toe in de gemeenten in het
openbare gebied werd toegepast. Er worden duidelijke regels gesteld. De andere
kant van de zaak is de schrikbarende toename van het aantal maatregelen dat de
privacy schendt. Deze zijn bedoeld om onveiligheidsgevoelens te bestrijden, maar
ze leiden ook tot een ongerichte opsporing van criminaliteit. Verschillende
zaken zijn de afgelopen jaren in deze Kamer de revue gepasseerd: de toepassing
van DNA, de integratie van persoonsnummers, de identificatieplicht, het opslaan
van e-mail- en internetbezoeken, het registreren van boekenuitleen. Dit zijn
slechts enkele voorbeelden van de maatregelen die, vaak onder aanvoering van
liberalen, zijn ingevoerd en die ervoor zorgen dat de staat alles te weten
krijgt van zijn burgers. Ik kan niet nalaten om even een uitspraak van minister
Pechtold naar aanleiding van het rapport Politie in Ontwikkeling te citeren:
"Wij moeten het niet gewoon gaan vinden dat 16.000.000 mensen permanent
worden bespied en gecontroleerd." Toch is dat in toenemende mate het geval
gezien alle genomen maatregelen en de maatregelen die er nog aan komen. Is de
opvatting van minister Pechtold de opvatting van het kabinet? In
het rapport Politie in Ontwikkeling wordt gepleit voor een heel intelligent,
grootschalig en permanent cameratoezicht op de invalswegen van de grote steden,
op de luchthavens en in de zeehavens. Het profiel van mensen kan worden vertaald
naar persoonskenmerken; verder kunnen nummerborden worden geregistreerd. Daarop
is al hier en daar kritiek geuit. Ik begrijp dat de voorstellen uit het rapport
nog niet zijn vastgeklonken in wetgeving. Hoe moet ik wat daarin wordt
voorgesteld echter beschouwen in het kader van dit wetsvoorstel? Is dit
wetsvoorstel een eerste plakje in een salamitactiek die uiteindelijk uitkomt bij
wat in het rapport wordt bepleit? Deze minister heb ik nog geen afstand horen
nemen van dit rapport. Misschien is het voor hem ook een brug te ver om dat te
doen, maar ik wil wel dat hij duidelijk uitspreekt dat wat wij nu bespreken, met
die plannen helemaal niets te maken heeft. Het
cameratoezicht wordt gepresenteerd als een preventief middel, maar incidenteel
kan het ook worden gebruikt als een algemeen opsporingsmiddel. Anderen hebben er
al op gewezen dat de minister in het debat in de Tweede Kamer niet helder heeft
geantwoord op de vraag in hoeverre dit niet alleen een incidenteel maar ook een
structureel opsporingsmiddel zou kunnen zijn. Wellicht is er ondertussen bij de
minister sprake van voortschrijdend inzicht, zodat hij de Eerste Kamer daarover
wel hom of kuit kan geven. De
gemeenteraad kan op basis van dit wetsvoorstel een verordening vaststellen die
de burgemeester de bevoegdheid geeft om vaste camera's te plaatsen. Kan de
gemeenteraad ook alle openbare plekken in de gemeente per verordening aanwijzen
als een plek waar cameratoezicht kan plaatsvinden, waarna vervolgens aan de
burgemeester wordt overgelaten om van zijn bevoegdheid gebruik te maken? Of moet
in de verordening concreet worden aangegeven om welke plekken in de gemeente het
gaat? De
beelden mogen ten hoogste vier weken worden bewaard. De termijn is verruimd via
een amendement van de Tweede Kamer. Als bewijs kan worden ontleend aan beelden
die onverhoopt ouder zijn dan vier weken, is dan sprake van onrechtmatig
verkregen bewijs? De
minister stelt in de stukken heel zeker dat het niet de bedoeling is dat
preventief cameratoezicht in de plaats kan komen van de agent op straat. Via de
zoekterm "cameratoezicht" op Google kwam ik op websites van TNO, het
ministerie van Justitie en allerhande bedrijven die in de branche werkzaam zijn.
Op die sites las ik overal dat dit een fantastisch middel is om het
personeelstekort bij de politie te bestrijden. In dat kader zie ik dit voorstel
toch wel. Het zou moeten worden ingebed in een algemener, preventief beleid van
de politie, dat onder meer is ingepast in het veiligheidsbeleid dat de gemeenten
moeten voeren. Welke maatregelen denkt de minister te kunnen nemen om ervoor te
zorgen dat de gemeenten het op de hiervoor genoemde manier oppakken? Tweede termijn: De
minister heeft gezegd dat het cameratoezicht meer ondersteuning dan vervanging
is van blauw op straat. Als je scherp luistert, constateer je dat het voor een
deel ook vervanging is. Is dat een goede ontwikkeling? Er is naar voren gebracht
dat er mee moet worden gekeken en dat er capaciteit moet zijn op het bureau om
uit te rukken, mocht er iets gebeuren wat niet door de beugel kan. Dan heeft
cameratoezicht direct het effect waarvoor het mede bedoeld is. Bovendien zegt
het iets over de beschikbare capaciteit om daadwerkelijk iets te doen. De
minister is niet duidelijk ingegaan op de vraag hoe hij daartegen aankijkt. Ik
begon met de opeenstapeling van beleid, waardoor de macht van de overheid wordt
vergroot en het privacyvraagstuk groeit. Ik heb een beetje gespeeld met de
opvatting van minister Pechtold dat het niet de kant op moet gaan dat 16 miljoen
mensen permanent worden bespied en gecontroleerd. Ik weet best dat een aantal
maatregelen niet in de portefeuille van deze minister zit, maar in die van zijn
collega Donner: het bewaren van internet- en emailgegevens, bibliotheekgegevens
en noem maar op. De opeenstapeling van dit beleid gaat in toenemende mate de
kant uit waarvoor minister Pechtold waarschuwt. Ziet deze minister dat ook? Is
hij zich bewust van dit gevaar? En is hij het ermee eens dat privacy een
belangrijk element moet vormen bij een evaluatie? Het
gaat niet alleen om beeld, maar ook om geluid; bij video gaat het ook om audio,
om het in hifi-termen te gieten. Dat vind ik toch een heel ruime interpretatie
van de wet. Het gaat om beelden die worden bewaard en waarmee iets zou kunnen
gebeuren. De minister zegt dat je daaronder ook geluid moet verstaan. Ik zie dat
toch anders. Zoals het nu wordt voorgeschoteld vanuit Groningen, gaat het niet
om het vastleggen van geluid om vervolgens iets te doen met hetgeen wordt
gezegd; het gaat alleen om een signaal dat er opwinding is. Het is echter een
vrij eenvoudige technische ingreep om niet alleen beelden, maar ook stemmen op
te nemen. Dan zijn wij weer een stapje verder op de weg van de controle. Ik vind
het een gemakkelijke interpretatie van deze wet, waarin uitsluitend over beeld
wordt gesproken. Ik kan de minister hierin niet volgen. Wij
zullen voor deze wet stemmen, omdat wij het belangrijk vinden dat er duidelijke
regelgeving komt en dat die wordt ingebed in de lokale democratie.
Tegelijkertijd hopen wij dat gemeenten terughoudend hiervan gebruik zullen maken
en zich vooral zullen richten op andere vormen van preventie.
|