Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

Burgemeester: niet langer voorzitter van de gemeenteraad

 31 oktober 2006

Voorstel tot wijziging van de grondwet - eerste lezing (nr. 29978)

De argumenten van de regering om met deze grondwetswijziging in eerste termijn te komen zijn niet alle even sterk. Dat het voorzitterschap niet van constitutionele orde is (niet belangrijk genoeg om in de grondwet te regelen) delen wij.

Dat geldt niet voor het inmiddels achterhaalde argument: de direct gekozen burgemeester. Die komt er niet. En naar de stellige opvatting van GroenLinks kan dat ook niet hét argument zijn. Hét argument is dat met de invoering van het dualisme het een ongerijmdheid van de eerste orde is dat de burgemeester de gemeenteraad voorzit. Hét controlerende orgaan, de gemeenteraad, wordt voorgezeten door diegene die ook het college voorzit dat gecontroleerd wordt. Dubbele petten en spagaten zijn daarvan in veel gevallen het gevolg met alle ongemakken en politieke ongelukken van dien.

De dualisering is nog lang niet in alle gemeenten een succes. Met name in veel kleine gemeenten, maar daar niet alleen, is het een dode letter. De burgemeester is vaak nog de dominante bestuurder, die in de huidige situatie te veel spanning oproept. Als raadsvoorzitter kiest hij/zij partij voor het college in plaats van de positie van de raad als hoogste orgaan te waarborgen. Maar óók in die gemeenten waar dualisering wel succesvol is verlopen, knijpt de spagaat. Natuurlijk, er zijn gemeenten waar de burgemeester prima de twee rollen weet te combineren, maar dat is dan meer dankzij de persoonlijke kwaliteiten of de lokale cultuur, dan door de structuur.

Als deze grondwetswijziging in de eerste lezing wordt aangenomen, is nog niet duidelijk hoe de voorzitter van de gemeenteraad –en provinciale staten- wél gekozen gaat worden. Dat is een goede zaak, en dat moet ook blijven tot na de tweede lezing. Tenminste als wij het scenario van de deconstitutionalisering van de wijze van benoeming van de burgemeester willen voorkomen, nl. dat de vraag wat er na deconstitutionalisering gaat gebeuren al zo dwingend is ingevuld dat dit voor een voldoende minderheid aanleiding is om de grondwetswijziging in tweede lezing tegen te houden

GroenLinks pleit er voor dat zorgvuldig de verschillende varianten worden bekeken die er voor de invulling van het voorzitterschap van raden en staten denkbaar zijn.

De gemeenteraad kiest uit zijn midden de voorzitter. Het is een variant die GroenLinks zeer aanspreekt. Het komt overeen met de wijze waarop de Eerste en Tweede Kamer hun voorzitter kiezen, bovendien zijn de ervaringen in de deelraden, waar deze variant wordt gebruikt positief. Ook raadscommissies worden door raadsleden voorgezeten en ook hierbij zijn de ervaringen overwegend positief. Het is voor de buitenstaander een heldere structuur. Een eigen voorzitter lijkt het best de positie van de raad, als hoogste orgaan in de gemeente, tegenover het college van B&W te kunnen waarborgen. Dat is immers een belangrijke criterium in een parlementaire democratie.

Een andere variant is dat de gemeenteraad iemand van buiten kiest, dan wel dat het raadslid, eenmaal tot voorzitter gekozen niet langer raadslid is, en in de fractie op de normale wijze wordt opgevolgd. Het voordeel van iemand van buiten is dat er uit een grotere kring geput kan worden en dat de politieke neutraliteit beter gewaarborgd lijkt. Het grote nadeel is dat de positie van de raad er niet door wordt versterkt. Het voordeel van een raadslid dat eenmaal tot voorzitter gekozen niet langer raadslid is, moge duidelijk zijn: ook kleine fracties kunnen dan iemand leveren zonder dat hun slagkracht wordt aangetast.

In gemeenteland wordt ook wel gehoord dat de burgemeester het moet blijven. Het genootschap van burgemeesters vindt dat, maar ook hoor je het wel van raadsleden uit kleinere gemeenten. De burgemeester is de enige bestuurlijke professional, hij of zij doet het goed e.d. Als ik mijn oor bij andere raadsleden van kleinere gemeenten te luisteren leg wordt er echter nogal eens geklaagd over het autoritaire gedrag van deze professional.

Politieke culturen kunnen per gemeente verschillen. Evenals politieke voorkeuren en persoonlijke kwaliteiten. Dat zou kunnen leiden tot een andere mogelijkheid: laat het aan gemeenteraden over hoe ze het voorzitterschap willen invullen.

Afgezien van welke variant je zou willen, moet er bij de invulling van het raads- en statenvoorzitterschap nog aan een aantal zaken worden gedacht, die geregeld moeten worden:

  1. Raads/provinciale staten voorzitter krijgt meer taken dan alleen voorzitter: aansturen griffie, bewaker van raads/statenprogramma, verantwoordelijk voor het democratische proces van de raad en staten, voorzitter van het presidium;
  2. voorzitten is dus een echte taak/deskundigheid, vergt profielschets, goede selectie- en verkiezingsprocedure, training, aparte onkostenvergoeding;
  3. schakelfunctie tussen raad en college blijft belangrijk, burgemeester had deze, raadsvoorzitter in goed samenspel met griffie moet deze overnemen;
  4. uiteraard aan termijn gebonden, met mogelijkheid van ontslag.

Graag de toezegging van de minister dat met de voorbereiding van het wetsvoorstel dat het voorzitterschap van gemeenteraad en provinciale staten regelt, deze verschillende varianten en de overige zaken aan de orde komen. Overleg met raads- en statenleden zélf lijkt ons daarbij ook van belang.

Veel dingen kun je niet vastleggen, maar zijn wel van belang omdat deze nieuwe werkwijze dieper ingrijpt dan velen aannemen. Zo is het onwenselijk dat burgemeester en raadsvoorzitter van dezelfde partij zijn, of dat de fractievoorzitter van de grootste partij, dan wel de nestor min of meer automatisch raadsvoorzitter wordt. Kwaliteit is uiteraard een belangrijk criterium, politiek bekeken zou het wellicht zelfs de voorkeur verdienen dat een niet-collegepartij de voorzitter levert. Maar dit zijn argumenten die lokaal gewogen moeten worden.

Als de burgemeester geen voorzitter van de raad meer is, wordt hij als voorzitter van college van B&W wél politieker: uitgesproken woordvoerder/verdediger van het collegebeleid. Op zich niets mis mee, maar roept wel om een burgemeester die politiek gelegitimeerd is en tot aftreden kan worden gedwongen, zoals ook wethouders dat zijn: en dus door de raad gekozen. Dit maakt dus het afschaffen van de benoemde burgemeester des te noodzakelijker.