Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

'Alles is een paradox'

(Prof. Dr. Miodrag Zivanovic)

(Verslag van een reis naar Bosnië-Heregovia in 1996, gepubliceerd in het GroenLinks Magazine)

'Alles is een paradox' verzucht Dr. Miodrag Zivanovic, voorzitter van de Sociaal-Liberale Partij (SLS) van Bosnië-Herzegovia, regelmatig tijdens mijn bezoek aan zijn partij in Banja Luka. Hij neemt nog een forse slok van zijn Bosnische brandy, steekt een van de 80 sigaretten op die hij dagelijks rookt, en vervolgt zijn betoog waarin hij op beklemmende wijze, maar niet gespeend van humor, de grote sociale problemen van zijn stad en land schetst in deze na-oorlogse periode. Grote werkloosheid en armoe voor de grote meerderheid van de bevolking met daartegenover de zakkenvullende criminelen van de Servische Democratische Partij (SDS). Deze, door de van oorlogsmisdaden beschuldigde Radovan Karadzic gestichte, partij heeft zowel in de Bosnisch-Servische Republiek als in de hoofdstad Banja Luka de meerderheid. De economische ontwikkeling moet worden gestimuleerd, maar de politieke voorwaarden daarvoor ontbreken. De tienduizenden naar West-Europa gevluchte Bosniërs zijn hard nodig voor de wederopbouw, maar hun terugkeer wordt door de SDS niet gewenst. Europa en de Verenigde Staten hebben Karadzic c.s. gemarginaliseerd, maar de hulporganisaties doen vooral met de overheidsorganen zaken, die in handen zijn van paladijnen van de grijsgekuifde extremist.

En, zo besluit Zivanovic zijn litanie van paradoxen, tot grote voldoening van de SLS steunt GroenLinks deze partij met het financieren van enkele seminars voor een bedrag waar een gemiddeld gezin in Banja Luka twee jaar van kan leven.

Ik ben op bezoek in Banja Luka voor een bijeenkomst over 'de plaats en de rol van de gemeente in het politieke bestel'. Het is het tweede seminar in een drieluik; het eerste in september ging over 'sociale en economische strategie voor regionale ontwikkeling' en het derde zal in december worden gehouden over partijorganisatie.

Een macaber lint van verwoeste huizen

Milan Tukic, secretaris-generaal van de SLS haalt mij met zijn auto op in Belgrado, de hoofdstad van het naburige Servië. Een lange autorit van zes uur hebben we voor de boeg. Her eerste uur verloopt probleemloos. In slecht Duits wisselen we informatie uit op de steeds rustiger wordende autoput van Belgrado naar Zagreb. Deze vierbaansweg is in de jaren '60 aangelegd door o.a. vrijwillige jeugdbrigades die met deze autoweg van broederschap en eenheid het ongedeelde Joegoslavië van Tito een westerse infrastructuur wilde geven. Ex-partijgenoot Erik Meijer heeft in De Helling ooit op smakelijke wijze verteld over de inspanningen van de Nederlandse sectie, waar hij deel van uitmaakte, die drie weken werkte aan het opwerpen van een vier meter hoge aarden helling. Deze socialistische Dutchbat stond onder leiding van Relus ter Beek, die na afloop een medaille in ontvangst mocht nemen, hoewel hij volgens Erik de kantjes er had afgelopen.

Als het voormalige asfaltsymbool van het arbeiderszelfbestuur overgaat in een tolweg scheidt de auto van Milan er mee uit. Wellicht een stil protest tegen deze vorm van betaald rijden die vooral de lage inkomen treft. Hoewel enkele passanten vriendelijk de helpende hand uitsteken, weigert het voertuig dienst. We zien de nabije toekomst somber in, de Wegenwacht is in deze contreien een onbekend fenomeen en een garage is in geen velden of wegen te bekennen. Tot al na een kwartier een auto stopt met sympathisanten van Milan's partij uit Banja Luka, die zo vriendelijk zijn mij mee te nemen, terwijl Milan wat mistroostig achterblijft.

De route verlaat als snel de snelweg, want er is slechts één manier om vanuit Servië de Servische Republiek van Bosnië binnen te komen: over een met houten planken opgevulde spoorbrug over de Sava. Grenswachten bewaken de grens, waar een visum moet worden gekocht voor het Servisch-Bosnische staatje, dat alleen door Hongarije en Griekenland wordt erkend. Daarna volgt een urenlange rit over kleine wegen door de beruchte corridor: het gebied waar Moslims, Serviërs en Kroaten jarenlang tegen elkaar hebben gevochten. Elke dag waren er beelden van deze etnische oorlog op het journaal te zien. Vele tientallen kilometers ontvouwt er zich een macaber lint van in brand gestoken huizen, de muren vol kogelgaten, daken met gapende openingen. IFOR-troepen patrouilleren in kleine konvooien. Alleen in dorpjes is er teken van menselijk leven, waar kraampjes de passanten lokken met zelfgestookte alcohol, sigaretten en eetwaar.

Een drukbezette filosoof

De ontvangst in Banja Luka is allerhartelijkst. Om de lokale partij-economie te ondersteunen word ik niet in een hotel ondergebracht, maar in een privatzimmer van een partijgenote, die tijdelijk bij haar oude moeder logeert. Dat levert haar 30 DM per nacht op en scheelt GroenLinks 50 DM per nacht: een win-win-situatie. De volgende dag bezoek ik het kleine, levendige partijbureau van de SLS in het centrum van Baja Luka. Het interieur is universeel: vergadertafels, enkele computers en affiches aan de muur. Het is een komen en gaan van mensen. Turkse koffie, sterke drank en sigaretten worden gretig geconsumeerd. Zivanovic, die filosofie doceert aan de Universiteit van Banja Luka, komt in de loop van de ochtend binnenlopen. Hij heeft wederom een overbezette dag. College geven, partijzaken regelen en gasten ontvangen. Vandaag spreekt hij met een vertegenwoordigster van de Amerikaanse ambassade uit Serajevo over het opzetten van culturele en educatieve projecten en met een delegatie van een Duits Dayton-comité. En met mij moet hij de agenda doornemen van het seminar dat de volgende dag wordt gehouden en informatie uitwisselen over de samenwerking tussen GroenLinks en zijn partij. Ik heb een groot aantal vragen voor hem, want ook de elektronische snelweg tussen Amsterdam en Baja Luka heeft zo zijn beperkingen. Uit zijn antwoorden doemt de omtrekken van de SLS op. De partij telt zo'n 1500 leden en heeft de bekende, gelaagde structuur. Er is een partijbestuur van negen leden dat minstens wekelijks bijeenkomt om over de dagelijkse beslommering te praten. Dat bestuur wordt gekozen door een soort partijraad, die een keer per maand vergadert en uit 25 mensen bestaat. Deze partijraad wordt op haar beurt weer gekozen door het congres, dat zo'n 200 deelnemers telt en hooguit eens per jaar bijeen komt. Met de vertegenwoordiging van vrouwen is het slecht gesteld. Het partijbestuur is een mannenzaak; in de partijraad zitten twee vrouwen. De paar vrouwelijke partijleden die ik hierover sprak leken te berusten in deze situatie: het werd als een gegeven van de Joegoslavische partijcultuur beschouwd. Ook het aantal moslims en Kroaten is uiterst klein. Op zich niet zo verwonderlijk, omdat de Servische Republiek in Bosnië fors etnisch is gezuiverd, iets waar de SLS uiteraard veel kritiek op heeft. Een van de medewerkers van het partijbureau, die uit een 'gemengd huwelijk' voortkomt en met een moslim-vrouw is getrouwd, vertelde me dat hij en zijn vrouw tijdens de oorlog ontslag hadden gekregen en dat hun kinderen getreiterd worden.

 Veertien moskeeën verwoest

'U vindt in Banja Luka de mooiste moskee van heel Bosnië: Ferhad Pasja dzamija, oftewel Ferhadija, in 1577 gebouwd van het losgeld dat pasja Ferhad kreeg in ruil voor de zoon van een Oostenrijkse generaal. De pasja heeft hier nog zijn mausoleum.' Aldus een enthousiaste reisgids uit 1976. Dezelfde reisgids verhaalt over het 'vredig naast elkaar vegeteren van die drie Bosnische bevolkingsgroepen' maar voegt daar aan toe dat in de loop der eeuwen zij elkaar 'in een bloedstollende broederstrijd te vuur en te zwaard' bestreden. Daar is de laatste zes jaar een nieuwe episode aan toegevoegd. En hoewel Banja Luka buiten de vuurlinie lag heeft ook hier de etnische zuivering niet zonder geweld plaatsgevonden. Van de dertigduizend moslims die er voor de oorlog waren, zijn er nog maar drieduizend over. De rest is gevlucht naar veiliger oorden. Waar ooit de mooiste moskee van Bosnië stond gaapt nu een groot gat. De nationalistische Serviërs hebben deze en de dertien andere moskeeën die de stad telde met de grond gelijk gemaakt.

Banja Luka (200.000 inw.) is eigenlijk een uitgestrekt dorp met een groot centrum, waar laagbouw domineert. Aan de randen van de stad ligt hoogbouw, maar ook hier heerst de sfeer van het platteland. Vele kleine, oude huizen liggen er tussen de woningblokken verspreid. Hier en daar grazen koeien en schapen tussen het vuil dat in de vele groenstroken die de stad telt, is gedumpt. Enkele ruige parken en de met bomen omlijste straten geven de stad zonder meer een groen karakter.

Het straatbeeld is levendig van de vroege ochtend tot de late avond. Naast flanerende jongeren vallen de vele, meest vrouwelijke, straatverkopers op die soms om 's morgens 6 uur al hun vouwtafeltje uitklappen om sigaretten, etenswaren en snuisterijen te verkopen. En pas om 12 uur 's nachts verdwijnen de laatsten in het donker. De oorlogsecenomie heeft de meeste inwoners op het bestaansminimum teruggeworpen en met veel kunst- en vliegwerk worden de eindjes aan elkaar geknoopt. 'Vraag me niet hoe ze het doen, maar het zijn de vrouwen die de gezinnen draaiend houden' vertelt Zivanoci me. 'Maar de komende winter, als het vijf maanden bitter koud is, zullen er ongetwijfeld weer slachtoffers vallen onder oude mensen en eenzamen, die niet op hulp kunnen rekenen en geen familie in het buitenland heeft wonen die hen regelmatig geld toestuurt'.

Novi Prelom

Vanaf het partijgebouwtje van de SLS is het vijf minuten lopen naar de burelen van het mediacentrum Prelom, waar o.a. het tijdschrift Novi Prelom (Nieuwe Doorbraak) wordt gemaakt. Het kantoortje ligt in de voormalige moslimbuurt aan de overkant van de traag stromende Vrbas (treurwilg) die met haar weelderig begroeide oevers een breed ecolint dwars door de stad trekt. Novi Prelom is een oppositieblad dat nauw gelieerd is met de SLS. Het wordt gemaakt door een tiental, meest jonge en enthousiaste journalisten die voor hun artikelen worden betaald en staat onder leiding van een vrouwelijke hoofdredacteur. Het interieur mag dan sjofel zijn, de computers werken onder Windows 95 en laserprinters en faxen spuwen hun papieren tijgers uit. Voorzitter van het mediacentrum is duizendpoot Miodrag Zivanovic; naast het tijdschrift wil het centrum ook andere middelen initiëren, zoals een radio- en TV-station. Dat is geen overbodige luxe, want verreweg de meeste media zijn in handen van de Karadzic-partij. Na de parlementsverkiezingen is er overigens sprake van een toenemende repressie tegen de vrije geluiden van de oppositiepers. Zo is de drukkerij van Novi Prelom bezweken onder druk van SDS-criminelen en heeft de drukorder teruggegeven. Na veel zoeken is er een andere drukker gevonden, maar ook zijn knieën zijn niet van beton. Vandaar dat de mensen van Novi Prelom hopen dat een hulporganisatie slaagt in zijn poging om een 'vrije drukkerij' te realiseren.

Het seminar

Het seminar over 'de plaats en de rol van de gemeente in het politieke bestel', het eigenlijke doel van mijn komst, wordt gehouden in een zaaltje van hotel Bosna. Aanvankelijk was een ander etablissement geboekt, maar evenals de drukker bezweek deze zaalhouder onder dreigementen van de nationalisten. Er werd een andere zaal gevonden en de uitnodigingen moesten opnieuw worden gedrukt. Opvallend is dat de eigenaar van hotel Bosna lid is van de Partij van Servische Eenheid, een partij die nog enkele graadjes erger is dan die van Karadzic. Naar de reden van deze tolerantie is het gissen. Het is een van de vele paradoxen die ik deze dagen tegenkom. Aan de in u-vorm gedrapeerde tafels zetten zich zo'n dertig mensen voor het aanhoren van de drie aangekondigde inleiders. Een oude professor verhaalt in een uitwaaierend betoog over de de rol van gemeenten in het algemeen en die van in de republiek in het bijzonder. Een andere universitaire medewerker stipt een aantal aspecten aan van de ecoomische en sociale functies van de gemeente in een tijd van wederopbouw. En ik mag iets vertellen over hoe politieke partijen in de gemeentepolitiek moeten opereren. Omdat ik, door de gebrekkige communicatie vooraf, mij voorbereid had op een verhaal over alle drie de onderwerpen voel ik mij enigszins ongemakkelijk. Maar in de loop van de discussie heb ik, via de onvolprezen tolk Tanja die als een engelbewaarster niet van mijn zijde week, het meeste ter berde kunnen brengen. Ik haast mij natuurlijk enkele keren te zeggen dat de situatie in de Nederlandse politiek in veel opzichten zo drastisch verschilt, dat relativering en terughoudendheid op zijn plaats zijn. Belangrijk discussiepunt is wat prioriteit moet krijgen: economische ontwikkeling of de opbouw van een politiek-democratisch systeem, zoals dat in West-Europa functioneert. De meesten lijken te kiezen voor het laatste, omdat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor een succesvolle economische ontwikkeling. Een deelnemer brengt naar voren dat de privatisering van overheidsbedrijven te ver is doorgeschoten en dat elke sociale component daardoor dreigt weg te vallen. Geen enkel vertrouwen is er in het gemeentebestuur van Baja Luka dat gedomineerd wordt door aanhangers van Karadzic. Hoewel de SLS bij de laatste verkiezingen in 1990 zes zetels heeft behaald (van de 82) wordt er niet naar haar geluisterd. De fractie wordt steeds als ridicuul en marginaal in de hoek gezet, zoals een raadslid vertelt. Mijn reactie dat kleine oppositiefracties in Nederlandse gemeenteraden vaak ook zo'n positie krijgen opgedrongen, biedt weinig troost. Opmerkelijk is de inbreng van enkelen die er voor pleiten Banja Luka op te delen in deelgemeenten. Even waan ik me in Amsterdamse discussies en ik kan niet nalaten op te merken dat weliswaar steden als Parijs, Barcelona en Amsterdam deelgemeenten hebben, maar dat de oplossing van de problemen in Banja Luka om een andere aanpak vragen. Bovendien zou het de enige stad ter wereld met 200.000 inwoners zijn die zich zou opdelen. Hoewel de discussie vaak in algemene termen wordt gevoerd, slaagt de voorzitter van het seminar, Miodrag Zivanovic, er aan het eind in om tien conclusies te trekken die zich lenen voor verdere discussie en besluitvorming. En hij betrekt daarbij ook de door mij geschetste aanpak van verkiezingen en raadswerk door GroenLinks in Nederland, want deze voor hem 'utopische realiteit is leerzaam en inspirerend'.

Tafelen

Uitgebreid tafelen is een sympathiek element van de Joegoslavische partijcultuur. In twee dagen tijd breng ik maar liefst 12 uur met lunchen en dineren door. Het restaurant Tropica is daarbij favoriet. Het ligt in de kazemat van het 16de-eeuwse kasteel dat zich midden in het dorpse stadscentrum bevindt. Meer dan de historische ambiance lijkt het feit dat de eigenaar partijlid is debet aan de keuze voor dit restaurant. Afrekenen is niet nodig, maar vindt op een later tijdstip plaats, zo wordt mij verzekerd. Aan voedsel is geen gebrek, maar echt verwonderlijk is dat niet, want tijdens de lange autorit was het mij al opgevallen dat praktisch al het land in cultuur is gebracht.

Het onverbiddelijke politiek-culinaire hoogtepunt vindt meteen na het seminar plaats. Zivanovic neemt me mee naar restaurant Europa waar Joegoslavisch Links haar éénjarig bestaan vierde. Deze partij is de Bosnische tak van de gelijknamige Joegoslavische partij die geleid wordt door de echtgenote van de Servische president Milosevic, de man die zich behendig transformeerde van oorlogshitser tot vredestichter. Naast de vertegenwoordigers van deze bedenkelijke JUL, zijn er ook mensen van socialistische, sociaal-democratische en arbeiderspartijen aanwezig. Tezamen met de SLS vormen zij de Alliantie voor Vrede en Vooruitgang, die bij de parlementsverkiezingen in september jl. de strijd aanbond met de partij van Karadzic. De Alliantie behaalde daarbij 20%, goed voor 12 zetels, waarvan er één door de SLS wordt bezet. Hoewel op onderdelen de partijprogramma's verschillen, bindt de afkeer van de etnische politiek van de SDS hen, alsmede de gezamenlijk globale uitgangspunten die te vangen zijn met de termen vrede, democratie en vooruitgang.

Ook hier staan de strak gedekte tafels in u-vorm opgesteld en is er een hiërarchische tafelschikking aangebracht. De vele grijze mannen in dito pakken doen mij aan orthodox-communistische bijeenkomsten van weleer denken; de sfeer is echter ontspannen en amicaal. Als iedereen zit wordt er een grote verjaardagstaart met één kaars binnen gereden en steekt de voorzitter van de JUL een feestrede af. Na vijf sprekers geeft de ceremoniemeester onaangekondigd de GroenLinkse gast uit Nederland het woord. Ik feliciteer de jarige en als ik uitleg welke partijen GroenLinks hebben gevormd gaat er een golvend geroesemoes door de zaal als ik de CPN noem. Ik schets het beeld van een Nederlandse opinie die, gevoed door vele televisiebeelden, in sterke mate de opvatting heeft dat alle Serviërs rabiate racisten zijn, maar dat mijn bezoek aan het van oudsher liberale Banja Luka heeft geleerd dat dit gelukkig niet klopt en wens de Alliantie veel succes bij de komende gemeenteraadsverkiezingen.

Tegenover mij zit de vriendelijke, dikbebrilde Mladen Ivanic, die bij het opstaan voor het handen schudden een glas water over mijn broek stoot. Hij is de onafhankelijke presidentskandidaat van de Alliantie die erin slaagde, ondanks de tegenwerking van de media, 30% van het aantal stemmen op zich te verzamelen. Hij verzekert mij veel geleerd te hebben van de campagne en lijkt vastberaden over 2 jaar, bij de volgende presidentsverkiezingen, opnieuw in het strijdperk te treden.

De laatste paradox

's Morgens om zes uur wordt ik opgehaald door twee mannen die mij terugbrengen naar het vliegveld bij Belgrado. Ik neem afscheid van Zivanovic die naast mijn pension woont. Na een half uur scheidt de vertrouwenwekkend ogende mercedes er mee uit. Na enige moeite wordt het euvel verholpen, maar als het daarna nog twee keer gebeurt, word ik enigszins onrustig. Dat vliegtuig moet ik halen, want de volgende dag moet ik een belangrijke vergadering van het dagelijks bestuur van het Amsterdamse stadsdeel Watergraafsmeer voorzitten. Gelukkig doet de chauffeur nu een wat ingrijpendere reparatie, waarna de dieselmotor niet meer hapert. Opnieuw rijden we door de troosteloze erfenis van de burgeroorlog. Beide mannen blijken vrienden van professor Zivanovic te zijn; samen hebben ze bij hetzelfde legeronderdeel gezeten: luchtartillerie bij de Kroatische grens. Zivanovic had me al verteld over zijn dienstplicht die hij niet wenste te ontlopen door te vluchten: 'de strijd moet hier worden gestreden'. Ook in het leger had hij zijn opvattingen niet onder stoelen of banken gestoken. Wij passeren een verwoest huis. 'Kijk, dit was de commandopost waar de professor tijdens de oorlog als officier in verbleef' zegt een van hen. De zacht en bedachtzaam sprekende filosoof in een soldatenuniform van het leger van Mladic. Het is de laatste paradox die ik het vliegtuig in meeneem.