Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Begroting 2000 Grotestedenbeleid

23 mei 2000

Met het sluiten van de convenanten tussen Rijk en 25 steden is de basis gelegd voor de doorstart van de tweede, ambitieuze fase van het grotestedenbeleid. Met de meerjarige programma's van de steden is zo'n 100 miljard gulden gemoeid, waar het Rijk 16% aan bijdraagt. Een relatief lage bijdrage, die er toe moet leiden dat het Rijk bij de beoordeling niet een al te grote broek moet aantrekken. Dat was de aanvankelijke de vrees van gemeenten. Maar dat is niet gebeurd. Rijksvertegenwoordigers hebben zich meer als adviseurs opgesteld en letten op integraliteit, draagvlak, wijkaanpak, financiën.

Vrij schokkend was echter de rapportage van het Centraal Planbureau over de stadsprogramma's. Er zaten weinig vernieuwende impulsen in, veel teksten waren naar de wensen van ministeries toegeschreven, programma=s werden voorgesteld zonder analyse van het probleem of een inschatting van het kansrijke perspectief. Berucht is inmiddels het voorbeeld dat 23 van de 25 steden zich willen afficheren als toeristenstad.

Maar dat heeft de minister ook wel over zich zelf afgeroepen. Van bovenaf was in het doorstartconvenant al veel inhoudelijk ingevuld. En waren er doelstellingen geformuleerd, bijv. op het gebied van terugdringen mobiliteit, aanpak werkloosheid en bestrijding onveiligheid, die allereerst om landelijk richtinggevend beleid vragen. Wat is de conclusie die de minister uit het CPB-onderzoek trekt. Hoe kunnen gemeenten meer aangezet worden tot het leveren van maatwerk. Een programma ontwikkelen op basis van een analyse van de lokale problemen. Geen eisen stellen m.b.t. doelstellingen, als het landelijk beleid zelf faalt om hier een bijdrage aan te leveren, zoals terugdringen van mobiliteit?

Ontkokering en bundeling van geldstromen waren in het doorstartconvenant belangrijke toezeggingen van >s Rijks zijde. Hoe staat het daarmee, want met name in de sociale pijler lijkt stagnatie op te treden die de uitvoering van gemeentelijke plannen frustreert.

Vraag politieke human interest: in VN-interview deed van Boxtel de uitspraak dat GroenLinks nog lang niet toe was aan het dragen van bestuursverantwoordelijkheid. Hoe bevalt de samenwerking met de G25, waarvan in 13 steden GL wethouders levert en D66 in 6?

Integratie/minderheden

Te makkelijk wordt verwezen naar de wijkaanpak als oplossing van alle problemen. Ook bij de problemen waar minderheden mee te maken hebben. Voor werkgelegenheid en onderwijs, de belangrijkste voertuigen voor emancipatie en integratie, is juist goede landelijke regelgeving noodzakelijk om de juiste voorwaarden te scheppen.

De rapportage minderheden 1999 concludeert dat landelijke afspraken tussen sociale partners niet worden nagekomen en wetgeving die migranten aan werk moet helpen krachteloos is. De groei van werkgelegenheid doet het aantal werklozen verminderen, maar schrijnend blijft dat de positie van migranten t.a.v. autochtonen relatief verslechtert. Dat onderwijs niet automatisch leidt tot een betere positie op de arbeidsmarkt blijkt uit het gegeven dat Surinaamse kinderen, i.t.t. Turkse en Marokkaanse, weinig leerachterstand hebben maar het percentage werklozen onder Surinamers 4/5 x zo hoog is als onder witte Nederlanders. Het SCP-rapport spreekt niet voor niets van discriminatie op de arbeidsmarkt. In weerwil van het poldermodel is dwingender wetgeving nodig.

Geen maatschappelijke integratie zonder politieke participatie. Het is mooi dat integratie en GSB en bestuurlijke vernieuwing bij hetzelfde ministerie zijn ondergebracht. Hoe zwart/multi-etnisch is de staatkundige vernieuwing? Wanneer wordt het actieve en passieve kiesrecht voor migranten op provinciaal en landelijk niveau ingevoerd?

Dit laatste punt was opvallend afwezig in het inmiddels al weer bijna verstomde debat over het veronderstelde multiculturele drama. De ruimte ontbreekt om hier nu op in te gaan. Alleen dit. Een zorgvuldige lezing van het SCP-rapport en een scherpere analyse van de eigenheid van de Nederlandse cultuur -en die van de etnische minderheden- had de aanstichter van het debat toch tot andere conclusies moeten brengen. >De= Nederlandse culturele identiteit bestaat niet. Evenmin als >de= allochtone identiteit. Integratie is geen assimilatie, maar een proces dat door Zeeman in De Rode Hoed (debat Scheffer-van Boxtel) zo treffend als >ritsen= werd omschreven. De autochtoon op de hoofdbaan neemt gas terug of geeft juist extra gas om de allochtoon de kans te geven zich in te voegen. Beiden nemen hierin hun eigen verantwoordelijkheid. De nieuwkomer wordt geaccepteerd.

ICT

Tenslotte het ICT-beleid. Gezien zijn chatbox op de website van het ministerie lijkt dat bij minister van Boxtel in goede handen. De overheid moet geen obstakel maar stimulator zijn bij het plaveien van de digitale snelweg. Toch is de computer in het Nederlandse klaslokaal nog nauwelijks ingeplugd op internet. Veel gemeenten hebben geen website, en zij die er een hebben beschouwen het als een kleurenfolder op de monitor. Domeinnamen, bijv. gekoppeld aan persoonsnamen, zijn niet wettelijk beschermd maar speelbal op de vrije markt. De in de stukken zo geroemde website overheid.nl is van een ongekende saaiheid en ééntalig. De wetteksten zijn nog steeds niet on-line. De interactieve beleidsontwikkeling moet nog steeds beginnen. Elke dag valt bij een kamerlid een kilo stukken in de brievenbus, waarvan slechts een fractie on-line via een klik aangevraagd zou hoeven te worden.

Kortom, voor een eigentijds, betrokken bestuur dat werkt aan de toekomst valt er nog een wereld te winnen.